Sneeuwuilen op Vlieland

Sneeuwuilen op Vlieland

Sneeuwuil in de kijker. Foto Koos Dijksterhuis
Sneeuwuil in de kijker. Foto Koos Dijksterhuis

Vriend en ik fietsen over Vlieland, het is ijzig koud. In de buurt van waar de sneeuwuilen gezien zijn, staan drie lieden met telelenzen. Ze kijken naar een duin. Wij kijken naar hetzelfde duin en waarachtig, daar zit een sneeuwuil. Hij heeft een sneeuwwit gezicht in een groot uilenlijf, dat wit is met donkere halvemaantjes. Een jonge uil dus. Volwassen sneeuwuilen zijn witter.

Hij lijkt zijn ogen te hebben gesloten, maar gluurt door twee spleetjes. Zijn kop draait van vogelaar naar vogelaar, hij houdt ons goed in de smiezen. Er moet ook publiek aan de andere kant van het duin zijn, want hij kijkt regelmatig naar achteren. Uilenogen staan naast elkaar, om diepte te kunnen schatten. Dat betekent dat het gezichtsveld kleiner is dan van ogen aan weerszijden van de kop, zoals veel vogels hebben. En daarom moet er gedraaid worden. Een uilenkop draait ongelooflijk soepel.

Uilen hebben grote gehoorgaten en gebruiken hun kopveren als oorschelp. Ze kunnen op het gehoor een muis onder het gras of onder de sneeuw opsporen.
Een sneeuwuil kan zestig centimeter hoog worden van staartpunt tot kruin, en een vleugelspanwijdte halen van anderhalve meter. ‘Onze’ uil heeft zijn veren opgezet en ziet er massief uit. De tweede uil zien we niet.

We fietsen en wandelen het eiland over. ’s Middags brengen we de uil een tweede bezoek. Vlakbij dezelfde plek zien we hem zitten. Hij gaapt, strekt zijn vleugels en gaat op de wieken. Majestueus zweeft hij naar een paaltje – handige uitkijkpost, net als de duintop van vanmorgen. Daar kijken we even en vinden we een braakbal. Die is voor de boswachter. Maar wacht eens, verderop zit nog een sneeuwuil! En zo zien we ze alletwee.

(Natuurdagboek 5 feb. 2014)

DELEN
Reacties zijn gesloten.