De bully en de beer doen handjeklap, een nieuwe kijk op leiderschap
Hete vrede
Klimaat verandert onbekommerd door
Vervuiling lijkt geen mens te kunnen schelen
Europa wil met nog meer auto’s spelen
De haat houdt in het Witte Huis kantoor
Er kwam een einde aan de koude oor-
Logstijd van heersers op hun werelddelen
Twee ego’s die zich gaarne laten strelen
Een binnenvetter en een kletsmajoor
We lijken wel te hopen op bevelen:
Ten strijde! De bewapening gaat voor
Het is een keus, misschien een ideële
De hete vrede maakt ons niet eufoor
De handschoen wordt gepakt, en geen fluwelen
De liefde gerangeerd naar roestig spoor
Tegenstel
Tegenstel
De pestkop van de klas, daar is ie goed in
O wee als hij een keer zijn zin niet krijgt
Dan stampvoet, scheldt, schoffeert hij en bedreigt
En haalt zijn gram bij vriendjes zoals Putin
Die schurken nu zelfs in het openbaar
– Twee opgewonden standjes, wier talent
vooral door beiden zelf wordt onderkend –
Als lotgenoten onder, bij elkaar
Zij spelen een gewaagd en spannend spel
Waarin ze roekeloos hun stukken zetten
Voor anderen een Russische roulette
Verdeel de macht en heers als tegenstel
De spelers kijken uit naar hun beloning:
De een wordt keizer en de ander koning
Jammer van de ramadan
Trump krijgt geheid zijn street, maar kent zijn plaats nog niet
Trumptown
De Golf van Mexico raakt gauw vergeten
Zelf protesteer ik tegen ‘Duitse bocht’
Het luistert nauw maar klinkt het vergezocht
Als Nauw niet langer van Calais mag heten?
Ik denk dat Trump ons weldra zal verrassen
Met Trumpstreet, daar zo’n egostrelend man
Het snoeven met zichzelf niet laten kan
Ook Hitler kreeg in elke stad zijn Straβe
En Stalin, Lenin hadden elk een stad
In welke plaats vindt Trump zijn Stalingrad?
Wie was dat? Vast Assad
Geharrewar met Achahbar
Crisis
Die Achahbar, daar zijn we mooi vanaf
Zo zullen Schoof en Wilders, denk ik, denken
De rest bedient de leiders op hun wenken
Die onbekommerd doorgaan met geblaf
Zij zette dan een principiële zet
Maar toch; ik kan er met mijn hoofd niet bij
Waarom ze dienaar werd van zo’n partij
En plaatsnam in het wrokkig kabinet
Met leiderschap dat van getier niet vies is
Verwacht ik weldra weer een nieuwe crisis
Tandengeknars, handengewring, trumpetgeschal, begoocheling
Macht
Weer vier jaar afbraak door zo’n lump
Of wood, een hitser, leugenaar
Voor democraten een gevaar
De rechtsstaat stort hij op de dump
Hij scheidt het koren, looft het kaf
Hij wordt niet langer afgeremd
Straks blijkt het stemmen weggestemd
Hij schaft verkiezingen nog af
Dan heeft hij absolute macht
Dat is per slot waar hij naar smacht
Ze heeft het zelf niet uitgekiend hoe stoere taal de vrede dient
Eens
Minister Faber maakt het al te dol
Ze zegt althans geen liefdevolle dingen
Die zal niet snel een toontje lager zingen
Zij heeft haar woordje klaar maar weinig wol
Al uit ze zich beslist niet fijnbesneden
Al dreigt ze nog zo vaak met iets gemeens
Al staat ze met gebalde vuist wijdbeens
Zij dient met haar gespierde taal de vrede
Want iedereen beaamt: ze doet geen drol
We zijn het eens; haar woorden blijken hol