Mooie vink
De meidoorns bloeien, wilgen botten uit, zonnige sloot- en bosranden zien geel van klein hoefblad, madeliefjes richten zich zonwaarts, kleine veldkers, paarse dovenetel en speenkruid bloeien. Maart roert zijn staart in een lentesoepje. Kuifeenden, smienten, bergeenden, futen, scholeksters – ze zijn allemaal op hun felst gekleurd. En ze vormen stelletjes. Futen brengen elkaar snavels vol nestmateriaal, draaien met gestrekte halzen om elkaar of buigen die halzen tot een gezamenlijk hart. Buizerds cirkelen getweeën hoog in de blauwe lucht. Kraaien pikken de populieren in en krauwen hun gorgelende lentezang. Olla uogula hebban nestas higunnan. Mezen, heggemussen en winterkoningen zingen, meerkoeten knokken, mussen tjilpen en de vinken slaan aan. Vinken zingen een luide, vrij snelle riedel van hoog naar laag, eindigend in een opgaande zwieper, de zogenoemde vinkenslag. De vinkenslag is niet overdreven mooi, maar wel opvallend en een echte lentebode. De vinken zelf zijn nu wel overdreven mooi, met hun oranje borst en buik, blauwgrijze kruin en witte vleugelstrepen. Dat zijn de mannetjes, de vrouwtjes zijn bruin.
Bij vogels hebben vrouwen het voor het kiezen. Mannen willen altijd wel. Een vrouw kiest de mooiste of anderszins beste man. Vogelmannen zijn daarom meestal kleuriger uitgedost dan vogelvrouwen. Bij mensen is het niet anders: vrouwen hebben het voor het kiezen. Een vrouw kiest een man. Maar anders dan bij vogels zijn mensenvrouwen kleuriger uitgedost dan mensenmannen. Blijkbaar willen mannen niet altijd wel, zijn ze toch kieskeurig en moeten ze verleid worden. ‘Met make-up enzo’, zei Theo Maassen.
Maar misschien vinden vinkenmannen bruin juist wel de allermooiste kleur van de hele wereld en is de bruinste vinkenvrouw de aantrekkelijkste. En vallen die vrouwtjes op de oranje man die de vinkenslag het beste beheerst.
(Natuurdagboek Trouw 6 maart 2014)