Holwortel, bosanemonen, krakeend en een lachende specht
Een collega-schrijfster uit deze krant laat me landgoed Amelisweerd zien. Zij heeft jaren in Lunetten gewoond en kent de omgeving goed. Ik heb als student een werkstuk gemaakt over de besluitvorming rond Amelisweerd, maar ik was er nooit geweest.
Een zonnige dag in maart is ideaal voor zo’n landgoed. De eiken en beuken zijn nog kaal, het licht speelt door de takken, de bodem is verlicht, er komen aronskelken op, er bloeien speenkruid, dwerghyacinth, maagdenpalm, narcissen, crocussen, sneeuwklokjes en holwortels, die fraaie, lila stinzenplanten met hun holle wortels. En… de eerste bosanemonen. Bosanemonen staan met minstens tien andere bloemen in mijn persoonlijke bloementop-3.
Collega-schrijfster beloofde de eerste tjiftjaf van het jaar en ja hoor, reeds buiten het landgoed is het getjiftjaf niet van de lucht. Ook vinken, groenlingen, winterkoninkjes en boomklevers maken een leven van jewelste. Een specht hangt aan de onderkant van een tak boven ons.
Ik krijg in stevig tempo alle uithoeken van het landgoed te zien, plus de aangrenzende velden. Daar rammelen hazen elkaar met hun voorpoten om de oren en sjouwt een krakwoerd voor ons uit op het pad. Krakeenden – ze zijn nu op hun mooist, niet eens zo spectaculair gekleurd, met die beige rug en grijze flanken, maar wel zo subtiel gemarmerd dat ze eruitzien of hun verenpak de hautste eendencouture is. Een krakeend die op het pad voor je uitrent, heb ik nog nooit meegemaakt. De woerd vindt het ook maar niks en vlucht naar het water.
Een groene specht lacht ons toe, terwijl we terugbenen naar een terras in de namiddagzon. Collega-schrijfster werpt een blik op de kringen op het tafeltje. Ze is reinigingskundige.
(Natuurdagboek Trouw 18 maart 2014)