Mammoeten van Yosemite

Begin jaren ’60 van de negentiende eeuw, ruim 150 jaar geleden, trok de Amerikaanse natuurfotograaf Carleton Watkins met een muilezel de bergen in. Hij leende een ongebruikte wagon van de spoorwegen en richtte er een donkere kamer in. Daar drukte hij zijn mammoetfoto’s af die hij in de Yosemite-vallei maakte. In 1864 speelden die foto’s een grote rol bij het promoveren van die vallei tot natuurreservaat.
In 1867 won Watkins de hoofdprijs met zijn mammoetfoto’s op de Wereldtentoonstelling in Parijs. En nu zijn er twee dozijn te zien in het Fotomuseum Rotterdam. Er staan bergen op, bomen en een stuwdam – 150 jaar geleden al een natuurbedreiging. Ook van San Fransisco zijn mooie foto’s te zien. Naar mammoeten zult u vergeefs zoeken; de foto’s zijn oud, maar zo oud nou ook weer niet. De platen worden mammoetfoto’s genoemd, omdat ze zo groot zijn. Watkins gebruikte grootbeeldnegatieven – glasplaten van ruim 40 bij 50 centimeter. De foto’s zijn even groot. De glasplaten hobbelden op de ezelrug mee door de bergen. Ze moesten een halve minuut belicht worden. Dieren zijn niet op de foto’s te vinden, een telelens had Watkins niet en van dichtbij blijven die niet zolang stilzitten.
Bijna alle mammoetfoto’s van Watkins zijn verloren gegaan, vooral door de aardbeving in San Fransisco van 1905. Behalve de 24 in het Fotomuseum zijn er in Nederland 28, in bezit van het Koninklijk Huis. De hedendaagse fotograaf Mark Klett trad in de voetsporen van Watkins. Hij heeft dezelfde reuzenboom gefotografeerd als de oude meester. Watkins’ foto van die op een mammoetvoet lijkende boom is door mij gekiekt, zodat ik ook een beetje in ’s mans voetsporen treed.
Te zien t/m 9 juni. www.nederlandsfotomuseum.nl
(Natuurdagboek Trouw 9 mei 2014)