Luiaards, drollen, vlinders en algen

In meerdere bladen stond het verhaal van luiaards met een compleet ecosysteem in hun vacht. Luiaards hangen in de boom bladeren te eten en bewegen zo traag, dat er algen in hun vacht groeien. De dieren klimmen wekelijks naar beneden om te poepen. Dat is een hachelijke onderneming en een voor luiaards buitengewone inspanning. Daar moet wel een groot voordeel tegenover staan. Amerikaanse onderzoekers menen dat voordeel te hebben ontdekt.
Behalve algen huisvest een luiaard nachtvlinders in zijn vacht. Dat kunnen er veel zijn, de onderzoekers telden dertig tot 120 motten per luiaard. Hoe meer nachtvlinders in de vacht, des te meer algen daar groeien. Dat komt door de ontlasting van de vlinders, die als mest voor algen werkt.
De nachtvlinders laten hun larven opgroeien in luiaardpoep. Als een luiaard poept, fladderen de vlinders uit de vacht en leggen ze hun eitjes in de drol. Als de larven zich verpopt hebben, vliegen de jonge vlinders naar de luiaard in de boom.
De onderzoekers denken dat de algen in de vacht dat grote voordeel zijn. Algen worden door de luiaard gegeten. Zijn vacht als groententuin dus. Het zou kunnen, al heeft ie er maar een karig hapje aan, maar het zou gezonde bacteriën en schimmels kunnen bevatten.
Het lijkt me voor luiaards efficiënter hun poep meteen in hun vacht te smeren, als algenmest. En als het beslist vlinderpoep moet zijn, waarom moeten luiaards dan naar de grond? Ze kunnen toch drollen uit de boom laten vallen? De vlinders vliegen ook de boom in, dus kunnen ze toch evengoed naar beneden vliegen als het daar vol luiaardpoep ligt? Op de grond poepen zal beslist voordelig zijn, maar wat het nou precies oplevert?
(Natuurdagboek Trouw 20 feb. 2014)