Natuurdagboek
Kokmeeuw kondigt herfst aan

Iedere zomer zijn de eerste, groene eikels, de eerste vallende kastanjebolsters en vooral de eerste ruiende kokmeeuwen de onherroepelijke herauten van de herfst.
Na de langste dag neemt de hoeveelheid zonlicht allengs sneller af en in augustus, hoe zomers en zonnig het ook is, raken veel planten uitgebloeid, vergeeld en verschrompeld. Er vormen zich vruchten en de kokmeeuwen verzamelen zich in groepen in weilanden. …
‘Karrekarrekietkiet’

Door en langs rietkragen fladdert de nieuwe generatie rietvogels. Rietgorzen, rietzangers, baardmannetjes, kleine karekieten… Sommige lijken al volleerde vliegers, andere stuntelen wat rond.
Hoewel het broedseizoen ten einde loopt, zijn er nog vogels bezig met een derde of late tweede leg. Kleine karekieten zijn zo onderhand wel klaar. Vanaf mei krasten ze dag en nacht hun lied vanuit het riet: ‘karrekarrekietkiet’, waarbij ze zichzelf niet of maar kort lieten zien. Ze hebben nestjes gevlochten tussen een paar rietstengels, in elf, twaalf dagen de eitjes uitgebroed, de jongen gevoerd tot die na een week of twee uitvlogen en na nog eens zo’n periode geen paplepel meer nodig hadden en zelf op jacht gingen. …
’s Lands lijden
Boshommel terug in Nederland

Vaak zie ik berichten over de achteruitgang van insecten. In die berichten wordt zelden onderscheid gemaakt tussen de honderdduizenden insectensoorten. Er zijn insecten die het verrassend goed doen, eikenprocessievlinders bijvoorbeeld. Veel bijen daarentegen doen het slecht. Die hebben bloemen nodig.
Veel bloemen kunnen zonder bijen hun bestuiving wel vergeten, maar die afhankelijkheid is wederzijds. Wilde bijen kunnen het zonder bloemen ook wel schudden. Zeker kieskeurige bijensoorten waarvan de rupsen slechts één of enkele plantsoorten als voedsel verdragen zijn de klos als juist die planten verdwijnen. …
Oerbosje of distributiecentrum

Een gebiedje in Drachten met de naam Tussendiepen is in 1960 aangewezen als bedrijventerrein. Het bleef sindsdien ongebruikt. Nederland heeft te veel bedrijventerreinen.
Gek genoeg verrijzen overal distributiecentra, terwijl Nederland op slot zou zitten vanwege stikstof, klimaat en pfas. Er zijn al ontzettend veel van zulke gigantische loodsen, maar voor zo’n gedrocht maken we altijd plaats. Aan de zuidwestkant van Groningen verrijzen er twee, elk zo groot als een voetbalveld. In de Lutkemeerpolder, een groene wig met biologische landbouw aan de rand van Amsterdam, komt er een. En in Tussendiepen te Drachten. …
Zielige duif

’s Avonds zit, of staat, langs een fietspad een duif. Hij of zij wordt gepikt door een kraai. Kraaien zijn goed in het lokaliseren van kansloze tegenstanders. De duif laat zijn kopje hangen, alsof ie het heeft opgegeven.
Geliefde en ik stoppen, de kraai trekt zich terug en de duif kijkt op. Hij kan zijn kop dus wel optillen. ‘Zielig’, vindt geliefde. Ik lapte als kind soms jonge of versufte duiven op. Wij hielden ook duiven, die vrij rondvlogen. Soms voegde zich er een uitgeputte postduif bij. Onze stumperd is ook een postduif. Hij heeft een groene pootring. …
Oranje zandoogje

Bonte zandoogjes zie ik in de tuin, bruine zandoogjes kom ik tegen als ik een wandeling maak, maar oranje zandoogjes zie ik alleen als ik me uit Groningen-Stad een eindje zuidwaarts begeef.
In bloemenweiden en hooilanden in Drenthe en directe omgeving zijn oranje zandoogjes wel te vinden, maar verder komen ze alleen voor in de drie zuidelijke provincies en in de Zuid-Hollandse duinen. Het gaat niet zo goed met ze. Zijn bruine zandoogjes redelijk stabiel in hun aantallen en nemen de bonte zandoogjes zelfs toe, oranje zandoogjes nemen af in aantal. …
Treurnis om de oude wilg

Aan het eind van het twee kilometer lange, kaarsrechte fietspad van het Groninger Kardinge naar Noorddijk staat een oude, dikke boom: een wilg. Naar verluidt is het de oudste boom van Groningen, met een leeftijd van rond de 150 jaar.
Dat betekent dat ie een jaar of tien ouder is dan de Noordermolen die in de buurt van de boom staat. Molen, maar vooral boom is een ijkpunt voor fietsers en wandelaars ten oosten van de stad. Hij staat op een kruispunt van fiets- en wandelpaden, er staat een picknickbank in zijn schaduw, die bijna altijd bezet is. Was. …
Over schelpenseks in de gaykrant
Bioloog Koos Dijksterhuis over gangbangs en genderfluïditeit in de natuur
‘De oesters die als delicatesse worden gegeten zijn ooit uit Japan naar Europa gehaald en hebben zich verwilderd en gretig langs onze kust voortgeplant,’ zegt Koos Dijksterhuis. ‘Ze komen daarbij uitbundig klaar in een gigantische gangbang. Met korte tussenpozen spugen ze wolken eitjes of zaadjes uit, die het water melkachtig vertroebelen. In een paar warme zomers in de jaren zeventig en begin jaren tachtig was er een explosieve ei- en zaadlozing langs de hele kust. Het zwemwater werd er troebel van en badgasten vluchtten het water uit.’