Oerbosje of distributiecentrum
Een gebiedje in Drachten met de naam Tussendiepen is in 1960 aangewezen als bedrijventerrein. Het bleef sindsdien ongebruikt. Nederland heeft te veel bedrijventerreinen.
Gek genoeg verrijzen overal distributiecentra, terwijl Nederland op slot zou zitten vanwege stikstof, klimaat en pfas. Er zijn al ontzettend veel van zulke gigantische loodsen, maar voor zo’n gedrocht maken we altijd plaats. Aan de zuidwestkant van Groningen verrijzen er twee, elk zo groot als een voetbalveld. In de Lutkemeerpolder, een groene wig met biologische landbouw aan de rand van Amsterdam, komt er een. En in Tussendiepen te Drachten.
Distributiecentra worden altijd gebouwd bij wegen, ver van openbaar vervoer. Hoe past dat in een klimaatbeleid? ‘Gebouwd’ is trouwens een overstatement voor het opwerpen van zo’n bouwpakket. Distributiecentra zijn immense, platte dozen. Heeft Nederland grond te veel, dat we ons land gebruiken alsof het een woestijn is? Ook in de woestijn zou ik zo’n gedrocht trouwens afraden. Maar zeker als er een bos voor gekapt wordt.
Beeldhouwer Jan Ketelaar heeft zijn atelier in de naast Tussendiepen gelegen Sluisfabriek en schrok afgelopen juni op van motorgeronk. Motorzagen belaagden het al zestig jaar ongestoord verwilderde terrein. Er was een oerbosje ontstaan van ongeveer driekwart hectare. Tussen de motorzagen door zong een zwartkopje. Een buizerd steeg op van haar nest. In het broedseizoen mag je niet kappen, maar gemeente en provincie hadden een projectontwikkelaar uit Tilburg er een vergunning voor gegeven. De overheid houdt zich in Nederland vaak pas aan haar eigen wetten als burgers er werk van maken.
Dat deed Ketelaar, en het zaagwerk werd opgeschort tot na het broedseizoen. Er loopt nog een procedure, maar daarna gaat het bosje vast en zeker tegen de grond, ten gunste van het distributiecentrum. En zo vernielen we onze leefomgeving conform de regels.
(Natuurdagboek Trouw donderdag 4 augustus ’22)