Lathyrusbijen in de tuin
De lathyrus bloeit. De bloemen worden bezocht door bijen. Het blijken lathyrusbijen te zijn. Dat vond ik altijd zeer bevredigend – bloemen vinden met de bijbehorende bijen. Ik had dat in mijn vorige tuin met andoornbijen. Daar bloeiden veel andoorns, waarvan ik een stel heb meegenomen, dus ik verwacht ook in onze huidige tuin andoornbijtjes. Maar lathyrusbijen had ik nog nooit in de tuin.
Nu wel. Het zijn vooral vrouwtjes, druk in de weer met stuifmeel en nectar verzamelen. Die lekkernijen brengen ze naar hun holletjes in de grond. Daar hebben ze kinderkamers ingericht, met een frisgroen behangetje. Lathyrusbijen horen namelijk bij de familie van behangersbijen. Die knagen ronde lapjes uit bladeren, vliegen daarmee naar hun holen om die te bekleden. Sommige lindebladeren die aan de voet van de lindeboom ontspruiten, hebben een soort kartelrand met keurig afgeronde kartels.
Of die bladeren door lathyrusbijen zijn uitgeknipt, is de vraag. Volgens wildebijen.nl bekleden ze hun holletjes niet met blad maar met hars. De daders kunnen ook andere behangersbijen of behangersmieren zijn geweest. Lathyrusbijen gebruiken vaak bamboestengels voor hun kraamkamers en daarvan hebben we een stapel liggen. Ook de bamboestengeltjes in insectenhotels worden vaak bewoond door lathyrusbijen
Ze schijnen meestal vier broedcellen achter elkaar te maken, gevuld met stuifmeel en nectar, en één ei per cel, op de voorrste cel na. Die laten ze leeg om broedparasieten met koekoekgedrag te foppen: hier is niks te halen.
De mannetjes lathyrusbijen zijn iets kleiner dan de vrouwtjes en vliegen iets eerder. Hun piek viel begin juli, die van de vrouwtjes is eind juli, nu dus. De mannetjes hoeven alleen maar een vrouwtje te bevruchten, terwijl de vrouwtjes verder al het werk doen; daarin lijken ze wel mensen.
Lathyrusbijen komen vooral voor in Zuid-Nederland, dus wij boffen met zo’n noordelijke vestiging.
(Natuurdagboek Trouw, woensdag 31 juli ‘24)