Roodstaartgezang
Toen we aan ons nieuwe huis klusten, zorgde een zwarte roodstaart voor de muzikale omlijsting. Rond onze verhuizing, eind april, gaf de vogel het stokje door aan een gekraagde roodstaart. Wekenlang zong deze roodstaart een welkomstlied.
In Nederland komen twee soorten roodstaarten voor: zwarte en gekraagde. De zwarte is donkergrijs met wat zwart en wit en een rode staart. De gekraagde is nóg kleurrijker, met een oranje borst, die scherp contrasteert met de gitzwarte keel en het witte voorhoofd. Ik vind het een van onze mooiste vogels. Beide beschrijvingen betreffen de mannetjes. De vrouwtjes zijn donker respectievelijk lichtbruin met een rode staart.
Zwarte roodstaarten komen voor in het stenige landschap van de bebouwde omgeving, gekraagde roodstaarten in oude open dennenbossen en in het kleinschalige cultuurlandschap. In een afwisselend landschap met oude schuren en muren, knoestige fruitbomen, knotwilgen en houtwallen overlappen beider leefgebieden. Ons huis staat in zo’n overlapgebied.
Zwarte roodstaarten trekken in de herfst niet verder dan de Middellandse Zee en keren in maart al terug; enkele overwinteren zelfs in Nederland. Gekraagde roodstaarten steken de Sahara over en komen in de loop van april terug.
Veel kleinschalig cultuurland met oude muren, hoogstamboomgaarden en houtwallen is verdwenen, veel dennenbos gekapt, terwijl de bebouwing uit de kom geschoten is. En een lange trekroute is riskant. Zwarte roodstaarten doen het dan ook wat beter dan gekraagde.
Deze lente heb ik nochtans veel gekraagde roodstaarten horen zingen, soms wel zes tijdens één wandeling. En dan tel ik die in de tuin niet mee. Die bleef tot juni zingen. Volgens roodstaart-onderzoeker Ernst Oosterveld hoeft dat geen goed teken te zijn. Dat aanhoudende gezang betekent dat een mannetje nog geen partner heeft, en de vele zangers wijzen op een vrouwentekort. En zonder vrouwtjes geen kuikens.
(Natuurdagboek Trouw, donderdag 6 juni ’24)