Minuscule avonturen

Laatst las ik in de zaterdagkrant een korte bespreking van Minuscule, die een ‘natuurfilm’ werd genoemd. Met zoon was ik net naar Minuscule geweest. Dat is een animatiefilm, gemonteerd in een decor van echte bergen, dalen en cultuurlandschappen. Schitterend gemaakt en nog spannend ook, voor jong en oud.
Minuscule slaat op de schaal van de insectenwereld, waarin een trommel suikerklontjes de proporties van een vrijstaande woning heeft. Als een groepje mieren op een plotseling verlaten picknickplek zo’n suikertrommel vindt, nemen ze hem mee naar huis. Dat wordt een onderneming à la Fitzcarraldo die zijn stoomboot meezeulde over de Andes. De goede mieren worden belaagd door de ingemene mieren van een vijandelijk volk, maar krijgen hulp van een jong lief heersbeestje dat zijn ouders kwijtraakte.
Een auto, een regendruppel, een spinnenweb kunnen voor een klein insect enorme gevaren zijn. Het is altijd goed zoiets te beseffen. Een alpenwei die gonst van het insectenleven zou een eyeopener kunnen zijn voor de aan biljartlakenweilanden gewende Nederlander. Maar verder klopt er biologisch gezien helemaal niets in die film.
Het heersbeestje hebben we eerder geboren zien worden door uit een eitje te ploppen. Het stadium van larve slaat hij over. Als hij zijn ouders kwijt raakt, gaat hij op zoek. De hoofdpersonen zijn mensen in insectengedaante. Maar dat geeft niks, want Minuscule is een avonturenfilm, geen natuurfilm. Het vijandelijke mierenleger met middeleeuwse stormrammen en katapulten doet denken aan een krioelend leger orks uit de verfilming van The Lord of the Rings en de pijlenregens (tandenstokers) die de mieren afvuren zijn regelrecht gekopieerd uit die film. Dat is ook een (animatie)film tegen een decor van echte landschappen. En net zomin een natuurfilm als Minuscule.
(Natuurdagboek Trouw dinsdag 15 juli 2014)