Zegge en stijve

Zegge en stijve

Stijve zegge. Foto Koos Dijksterhuis
Stijve zegge. Foto Koos Dijksterhuis

Op verschillende plekken aan het water zie ik grote, fraaie graspollen in bloeien. Ik ben niet zo thuis in de grassen maar als ik in de stengels knijp voel ik duidelijk dat die driekantig zijn. Dat betekent dat het zeggen zijn. Zeggen komen over bijna de hele wereld voor en er zijn rond de tweeduizend soorten. Ze zijn in Nederland vaak zeldzaam vanwege hun gevoeligheid voor stikstof, droogte en andere narigheid. Maar sommige soorten kunnen wel tegen eens stootje en tegen het vervuilde Nederland. Dit is er ook zo een: stijve zegge. Het zijn inderdaad stevige halmen. De pollen zijn fors en kniehoog, waarin hij lijkt op moeraszegge en oeverzegge, die ook allebei algemeen zijn.

Overigens zijn het geen graspollen, want zeggen horen niet bij de grassen, maar vormen samen met de biezen de familie van cypergrassen. Dat zijn kruiden met lange smalle bladeren en bloemen die je voor gras-aren zou kunnen houden.

Stijve zegge heeft vrij rechte halmen, minder over het water hangend dan oeverzegge. De pollen zijn soms een beetje blauwgrijs, maar niet zo blauw als blauwe zegge. Op de langste sprieten vormen zich grote, smalle, zwarte knoppen waarop gele bloempjes bloeien. Ook in de bloeitijd onderscheidt stijve zegge zich van moeraszegge en oeverzegge, want die bloeien pas in mei en juni en deze bloeiden in april al.

Ik zie ze aan sloten in oude landgoederen, aan plassen in jonge moerasbossen en op de voedselrijke oever van het Noord-Willemskanaal. Kieskeurig is de soort dus duidelijk niet. Toch ontbreekt stijve zegge in grote delen van Friesland en Groningen, Flevoland, beide Hollanden en Zeeland. Erg dol op veenweiden en vooral zeeklei is de plant kennelijk niet. In Zuid-, Midden- en Noord-Nederland is ie rijkelijk present.

De piepkleine zeggekorfslak die ooit in het nieuws kwam omdat ie de aanleg van de A-73 door Limburg niet wist tegen te houden maar wel wat te vertragen, graast algen en schimmels van zeggen. Gezien de zeldzaamheid van die slakjes zullen ze vast niet voorkomen op de stijve zeggen die ik zag. Maar je weet nooit, ik ga de cypergraspollen zeker inspecteren.

(Natuurdagboek Trouw, woensdag 7 mei ’25)

 

DELEN
Reacties zijn gesloten.