Wolven en wisenten

Ik vond een brief die ik als kind aan mijn opa en oma schreef. Het ging over een wisent in de dierentuin. Ik leurde in de nazomer weleens met geraapte appeltjes bij de dierentuin van Amersfoort, en mocht dan soms de olifanten voeren. Op schoolreisjes was ik in Artis geweest en in Ouwehands.
Op die schoolreisjes wilde iedereen naar de speeltuin. Van de dieren vond men alleen apen bezienswaardig. Ik doolde dan langs mistroostige gieren, onzichtbare maar goed te ruiken wolven en een poel met pinguïns. Er hingen blauwe reigers rond. Ineens zag ik de wisent. Die maakte een verpletterende indruk. Hij zag er zo woest uit met zijn hippiekapsel. Later struinde ik door het Poolse oerbos van Białowieża, waar wisenten leefden, maar ik zag alleen hun vlaaien.
In Nederland werden wisenten in de vroege Middeleeuwen uitgeroeid. Intussen zijn ze weer uitgezet, zoals op de Veluwe in 2016. Wolven, ook uitgeroeid, meldden zich op eigen initiatief terug. Wisenten en wolven komen elkaar op de Veluwe na 1500 jaar nu weer tegen.
Afgelopen herfst waren drie natuurbeheerders getuige van zo’n ontmoeting. Judith Slagt van ARK Rewilding, Arjen Boerman van FREE Nature en Dirk Goudkuil van Staatsbosbeheer bezochten de wisenten en zagen drie wolven op de kudde afkomen. De wisenten merkten de wolven ook op en vluchtten het bos in. De verhoudingen waren meteen duidelijk: jagers en bejaagden. In de kudde liep een pas geboren kalfje. Voorheen zonderde een wisentmoeder met jong zich altijd af, maar nu bleven koe en kalf in de kudde. Waarschijnlijk is dat zulks gevolg is van de aanwezigheid van wolven. Liever veilig in de kudde dan rustig erbuiten.
Met een kudde wisenten valt niet te spotten. De wolven gaven de achtervolging op en de kudde hervatte het goedmoedig grazen. Het kalfje was ongedeerd.
‘Hij schuurde wild langs een paal’, schreef ik aan mijn opa en oma. ‘Wat zou ik die graag in het echt zien.’
(Natuurdagboek Trouw, donderdag 28 december ’23)