Winterbloeiers in de sneeuw

Winterbloeiers in de sneeuw

Winterakoniet in sneeuw. Foto Koos Dijksterhuis
Winterakoniet in sneeuw. Foto Koos Dijksterhuis

Als je in Groningen een stadswandeling maakt, kun je niet om de hofjes heen. De hofjes zijn oases van stilte in het stadsgewoel. Veel van de hofbewoners hebben groene vingers, getuige de vele potten en perken met groei en bloei. Er fleurt nog van alles: rozen, maagdenpalm, kruiskruid, kamille. Er bloeit ook ál van alles: winterjasmijn, sieraardbei, winterakoniet.

Bij mij in de tuin bloeit de winterakoniet nog niet. Maar in de beschutte hofjes al wel, desnoods steken ze hun witte bloemen dwars door de sneeuw heen.

Winterakoniet is een ranonkel, familie van boterbloem, dotterbloem en speenkruid. Het is een stinsenplant, ooit uit Zuid-Europa ingevoerd en aangeplant in de landgoederen rond stinsen, stenen huizen, voor wat kleur in de winter. Zoals veel stinsenplanten bloeien ze vroeg.

Het is fijn om vroege bloeiers te vinden, het zijn toch lenteboden, ook al trekken winterakonieten zich evenmin als sneeuwklokjes veel aan van het weer. Ze groeien niet alleen in de sneeuw, maar ook in de schaduw. Op een goede groeiplek breiden ze zich vanzelf uit, via knolletjes en via zaad. Zo kunnen ze verwilderen en overal opduiken. Zaad vormen ze nu nog niet, eerst zijn voor de bevruchting hommels nodig.

Ze doen het goed in gras, mits dat pas gemaaid wordt als de akonieten uitgebloeid en weggeteerd zijn. Meer nog dan veldbloemen zijn winterakonieten bloemen uit het bos, loofbos. Zoals veel stinsenplanten bloeien ze, als de loofbomen nog kaal zijn en verdwenen ze, als de bomen in blad staan. Ze houden van vruchtbare, humusrijke, vochtige grond, waar weinig in geschoffeld en gerommeld wordt. Kennelijk weten de bewoners van het hofje hun groene vingers thuis te houden.

(Natuurdagboek Trouw 14 feb. 2014)

DELEN
Reacties zijn gesloten.