Pijnstillende spirea

Pijnstillende spirea

Moerasspirea. Foto Koos Dijksterhuis
Moerasspirea. Foto Koos Dijksterhuis

Langs de oevers van de Drenthse A zijn zachte, zompige gras- en rietlanden, die soms gemaaid worden, omdat ze anders verruigen. Als ze verruiggen, blijven er vooral wilgenroosjes, brandnetels, koninginnekruid en moerasspirea staan. Ook mooi, maar daar zijn er al zoveel van. Zeker van de eerste drie van deze vier. Moerasspirea zie je minder vaak.

Door te maaien en af te voeren, blijft de bodem voedselarm. Met vervuilde regen en grondwater komt er altijd wel wat plantenvoeding bij, dus als de planten zelf niet gemaaid en afgevoerd worden, zou het steeds voedselrijker worden. Op de iets armere bodem groeien ratelaar, rolklaver, wilde bertram, watermunt, moerasvergeetmenietje en rietorchis. De nog armere gronden slaan paars uit van diverse orchideeënsoorten. In juni dan, nu niet meer.

Op de ruigere oevers bloeit nog steeds moerasspirea. Die wuift met bloempluimen als suikerspinnen, van wit gesponnen suiker. De suikerpluimen bloeien in de zomer, maar kunnen het tot in november uithouden. Er is een tuinvariant van spirea, met relatief veel gesponnen suiker en harde, rode stengels. De wilde is iets minder hard, rood en bloemrijk. Volgens de boekjes groet deze bloem op natte strooiselruigten. Ik zie geen strooisel op de ruigte waar het exemplaar van de foto staat, maar vind strooiselruigte toch wel een mooie omschrijving.

De bloemen van moerasspirea ruiken naar amandelen. Bloemen en bladeren bevatten salicylzuur, het pijnstillende stofje dat ook in wilgenbast zit en waar ooit aspirine van werd gemaakt. Het werkt ook ontstekingsremmend. Vroeger geloofde men dat de plant goed was voor gewrichten, waarschijnlijk omdat het gewrichtspijnen stilde. Nog steeds zijn er kruidengenezers die dat beweren, want als iets eenmaal geloofd wordt, raak je er nauwelijks nog van af.

(Natuurdagboek Trouw maandag 3 nov. 2014)

DELEN
Reacties zijn gesloten.