Op de voedertafel
Afgelopen weekend was het tuinvogeltelling en riep Vogelbescherming op tot een half uur tuinvogels tellen. Om tuinvogels te zien is een voedertafel handig. In Costa Rica zaten we op een terras. Het lag in de schaduw en zag uit op een grasveldje aan een bosrand.
Ik trok de halve schil van twee bananen en legde ze neer op een tafeltje op het gras. Nog voor ik op het terras zat, plofte er al een grote kiskadie op. Dat is een gele vliegenvanger met zwart-wit gestreepte kop. Amerikaanse vliegenvangers gedragen zich zoals Europese. Van hun uitkijkpost vliegen ze een stukje om een insect op te pikken. Maar Amerikaanse vliegenvangers zijn genetisch niet verwant aan Europese, dat gedrag is op beide continenten los van elkaar ontstaan. De grote kiskadie eet naast insecten blijkbaar ook banaan.
Thuis voer ik vogels zaden, vetbollen en klokhuizen. Op bananen was ik niet gekomen, als ik niet een Costaricaanse voedertafel zag met bananen. Het wemelde er van de vogels. Knaloranje Baltimore-troepialen, grijsblauwe bisschopstangares en een specht hapten hun snavels vol vruchtvlees.
Ik installeerde me dus hoopvol op het terras met kijker, camera en koffie. Langs een palmblad naderde een palmtangare. Tangares zijn kleurrijke zangvogels die alleen in Amerika voorkomen. Algauw plofte er een roodrugtangare neer, zwart met zilveren snavel en een vuurrode onderrug. Daar kwam er nog één. Hun geelgroene vrouwen voegden zich erbij. Er kwam een bisschopstangare, een knalblauwe honingkruiper en de allermooiste: een blauwe suikervogel. Donkerblauw met stralend lichtblauw petje en knalrode pootjes.
Ineens arriveerde er een onverwachte kostganger: een huismus! Een gewone Nederlandse huismus. Huismussen zijn ooit losgelaten in Costa Rica en wonen er nu. Huismussen zijn komend weekend vast talrijk in de tuinvogeltelling.
(Natuurdagboek Trouw 13 jan. 2014)