Als biologiestudent moest ik organen ontleden. Een smerig karweitje, maar dat vond ik niet erg – ik sneed ook koppen af van dode vogels die ik vond, omdat ik uitgekookte schedels verzamelde. Als vegetarische dierenvriend was ik alleen niet blij met runderharten en -hersenen. Ik werd lid van de anti-vivisectieclub. Maar de anatomische lessen waren verplicht. Vivisectie is trouwens snijden in levende wezens, terwijl ik in dode dieren sneed.

Ik moest ook ratten ontleden. Daarvoor werden witte ratjes gekweekt. Als alternatief kreeg ik muskusratten; die werden nou eenmaal toch al gedood. Ze waren veel groter, en kwamen in verwrongen houdingen uit de vriezer, ze stonken en hun eindeloze darmen zaten vol stront. Maar er hoefden geen dieren voor mij te worden gedood.

Met mijn linkerhanden sneed ik trouwens alles al stuk, voor ik er iets van opstak. Vooral bij die darmen werd dat een geklieder. Aan mij is geen chirurg verloren gegaan.

In Nederland zijn tussen de 400 en 500 duizend proefdieren in gebruik, vooral muizen en ratten, naast konijnen, honden en apen. Per jaar gaan er ongeveer 50 duizend van dood, lees ik op de site van Animal Rights.

Er is helaas geen alternatief; zonder proefdieren geen medicijnen. Nieuwe medicijnen moeten op dieren getest zijn. Zou ik uit dierenliefde een medicijn weigeren, als dat mij van mijn sterfbed zou redden?

Bovendien is het ‘niet mogelijk om de hersenen of het afweersysteem te onderzoeken zonder dierproeven’, schrijft de Leidse hoogleraar Sjaak Neefjes in Bionieuws, het leukste vakblad van Nederland. ‘En veel ziekten ook niet.’

Neefjes vergelijkt de aantallen dieren die we doden voor geneesmiddelen met de hoeveelheid dieren die we doden voor ons genot. Zo eten we in Nederland 640 miljoen dieren per jaar. Onze huiskatten maken bovendien jaarlijks 40 miljoen wilde dieren dood.

In de strijd tegen dierenleed zou de prioriteit daarom niet bij proefdieren moeten liggen. Volgens Neefjes kan het knippen van kattennagels al meer dierenleed voorkomen.

(Natuurdagboek Trouw woensdag 27 januari ’21)