Een korte vlaag van medeleven
Op een internetforum voor natuurfoto’s kwam ik bovenstaande plaat van Hans Alkema tegen. Hans leent zijn foto graag uit om aandacht te trekken voor de rotzooi die wij mensen in de natuur gooien.
Ik word altijd verdrietig van de enorme hoeveelheden vuilnis die ik in bermen, sloten, bossen en op het strand aantref. Vaak ruim ik die troep op, tot ik meer meesleep dan ik kan tillen. Er zijn veel mensen die zich aan zwerfvuil storen, vermoedelijk meer dan dat er mensen zijn die achteloos als dank voor het aangenaam verpozen, hun flesjes, blikken en hun dozen achterlaten. Veel wandelaars zullen het afval trouwens niet eens opmerken, vrees ik, zoals ze ook geen bloem of vogel opmerken.
Maar een beeld als dit zal toch de meeste wenkbrauwen doen fronsen, dunkt me. Evenals de in visnetten creperende zeehonden en dolfijnen, de met hun gewei in plastic verstrikte herten, de plastic zakken etende schildpadden, de in milkshakebekers gestikte egels en – de laatste aanwinst – door mondkapjes gewurgde eenden.
Lief uitziende dieren die door onze wegwerpverpakkingen een langzame hongerdood tegemoet gaan kunnen rekenen op een korte vlaag van ons medeleven. Met maatregelen als statiegeld en belastingen op plastics en andere verpakkingsmaterialen zouden we het zwerfvuilprobleem kunnen decimeren. Niet met voorlichting, boetes of natuurdagboeken. Al zou een foto als deze een klein verschil kunnen maken, laten we het hopen.
Volgens de laagste schatting die ik kan vinden belanden er in alleen al Nederland elk jaar naar schatting 50 miljoen flesjes en blikjes in de natuur. Ieder jaar weer 50 miljoen erbij. Onverteerbaar. De invoering van statiegeld staat al jaren op de politieke agenda, ook op die van de laatste regering. Het is gepland voor 2022, sommige dingen zijn altijd gepland voor een volgende regering.
Mocht het ooit van statiegeld komen, dan geldt dat niet voor patatbakjes. Arme reiger.
(Natuurdagboek Trouw donderdag 28 januari ’21)