Motorische groenbestrijding
Het is een zonnige dag. Door het open raam klinkt het geraas van gemotoriseerde zagen, gevelreinigers of vergelijkbare entiteiten.
De mensen doen veel dingen elektrisch. Tandenpoetsen, deurbellen, horloges, wekkers, schrijven, rekenen, fietsen; alles elektrisch. Zelfs handscheermesjes hebben soms een buik vol batterijen. De meeste huis-, tuin- en keukenhandelingen worden verricht met hulpmotor. Om geen papzak te worden kun je altijd met de auto en de roltrap naar een sportschool.
Misschien komt het doordat het idee heeft postgevat dat elektrisch milieuvriendelijk is, omdat elektrische auto’s gesubsidieerd worden.
De gemeente geeft het goede voorbeeld door bussen elektrisch te laten rijden, en door onkruid elektrisch te verwijderen in plaats van met vergif. En dát is wat ik hoor. Er rijdt een karretje door de straat, met een ronde staalborstel. Die ragt het gras tussen de tegels uit. De bestuurder, herkenbaar aan zijn oranje hesje, neemt zijn taak serieus. Zelfs de miniperkjes rond de straatbomen krijgen een beurt. De door bewoners geplante guerillabloemen worden eruit geragd, tot de bomen in kaal, opwolkend zand staan.
Stel je voor dat er iets blijft leven! Dood is netjes.
Terwijl dat karretje van 8 tot 5 razend en ronkend het klimaat aan het redden is, komt er een collega in een even oranje hesje met een draagbaar luchtdoelgeschut, waarvan hij de motor laat brullen. Hij blaast de eerste blaadjes van de stoep op de straat en van de straat in de goot. Nog net voor 5 uur lukt het de oranjeman met het borstelwagentje de blaadjes op te vegen. De hele dag motorgeronk, maar dan heb je ook wat. Ik maak een ommetje en zie geen sprietje of blaadje meer. Wel ligt er een verse hondendrol en het kale boomzand is nu al geannexeerd door kakkende katten. In een hoekje ligt zwerfplastic. Daar kan een ronde borstel niet bij en ach, het is al dood dus wat geeft het.
(Natuurdagboek Trouw woensdag 26 september 2018)