Mandarijnen

In een bosmeertje zag ik mandarijneenden. Mandarijneenden zijn verwilderde siervogels. Ze stammen af van Chinese voorouders, net als de vruchten uit hun naam.
Het mandarijnenseizoen is begonnen. In Nederland eten we vrijwel uitsluitend Clementines uit Spanje en Marokko. De vele andere mandarijnen kennen we niet.
Mandarijnen zijn zo oranje als de rijzende zon. Een feestelijk gezicht in de fruitschaal en als een krans om het dienblad vol snoep. Het snoep ligt klaar voor de tientallen kinderen die vanavond aanbellen. Het is Sint Maarten, het feest van de heilige Martinus. Naamsgewijs zou Martinus beter bij maart passen. Maart betekent Mars en Martinus betekent Van Mars. Wie Martin of Maarten heet, heet in wezen marsmannetje. Strijdbare namen! Mars is de oorlogsgod, marsmannetjes zijn soldaten. Sint Martinus begon in de vierde eeuw als Romeins soldaat die zijn jas in tweeën scheurde en de helft aan een bedelaar gaf. Hij schopte het tot bisschop van Tours en tot heilige. De voorwaarden voor heiligverklaring zijn sindsdien aangescherpt, want ik gaf eens een hele jas aan een bedelaar maar heiligverklaring, ho maar.
Als inwoner van de martinistad Groningen heb ik een zwak voor Sint Maarten en het lichtje lopen. Het uitdelen van snoep is onverantwoord en zal net als Zwarte Piet en tabak vast en zeker weldra door weldenkenden bestreden worden. Voor snoep uitdelen an sich heb ik ook geen zwak. Alleen op Sint Maarten deel ik onverantwoord snoep uit. Ik leg er voor de sier en voor de zekerheid een kring van mandarijntjes om, maar die worden hooguit gekozen om mee te gooien.
Mandarijn(eend)en zien er even feestelijk uit als Mandarijnen, de bestuurders van het oude China. Die konden zich de dure mandarijntjes permitteren.
(Natuurdagboek Trouw dinsdag 11 nov. 2014)