Platanenbladeren
Naast mijn huis is een piepklein rotondje waar maar liefst vijf platanen zich verdringen. Platanen zijn verdraagzaam, ze vormen met hun takken gewoon één reusachtige kruin. Een pleintje met platanen maakt een Franse indruk. Nederlanders krijgen graag Franse indrukken. Die geven een vakantiestemming. Tegenwoordig worden er op platanenpleintjes soms zelfs petanque-baantjes aangelegd.
Enfin, ook ik houd van de sfeer van platanen. Het door platanen gefilterde licht is van een begerenswaardige groenheid, al kan het wel heel donker worden in hun schaduw. Platanen dragen vruchten die eruitzien als baby-egeltjes, platanen inspireerden met hun kleurrijke basten het dessin van camouflagepakken, en hun kruinen zijn de slaapplaats van merels, spreeuwen en duiven.
Maar nu valt hun blad. Zoals alle loofbomen hebben ze hun bladgroen teruggetrokken en laten ze het stengeltje van hun gele blad verkurken, tot het breekt.
Platanenbladeren zijn groot en hard. Ze lijken van leer, A5-tjes van gecoat papier. Ze zeilen door de lucht, knisperen over de stoep en bedekken straten en tuinen. Als je ze niet wegharkt, blijven ze de hele winter liggen, ze zijn zwaarverteerbaar.
Voor kinderen is het leuk, een laag platanenblad. Mijn kinderen lieten graag armenvol platanenbladeren over zichzelf uitregenen. Een keer hebben mijn zoon en zijn nichtje de auto van nichtjes moeder bedolven onder een halve meter platanenblad. Even de ruitenwisser aan bleek toereikend. Ze reden weg als een hooiberg op wielen. Scheelde me gehark, een gft-container vol.
Onze platanen zijn gewone platanen, de kruising tussen oosterse plataan met diep ingesneden vingers in het blad, en westerde plataan met nauwelijks ingesneden blad. Dat blad is al bijna helemaal gevallen. Nog een paar keer harken met de Franse slag, dan zijn we winterklaar.
(Natuurdagboek Trouw maandag 10 nov. 2014)