Honden op de Hoorneboegse hei
Mijn geliefde en ik verkennen de Hoorneboegse Heide in Hilversum. Die hei ligt klem tussen wegen, wijken en ze lfs een vliegveldje van de media-stad. Pardon: dorp. De inwoners van Hilversum gaan er prat op dat hun stad een dorp is.
Het is zaterdag en het is zonnig en de hei wordt druk bevolkt door mensen met honden. Honden mogen hier los. Wij manoeuvreren behoedzaam om niet in een drol te trappen. Zoals zeevogels vis en ander voedsel uit zee halen en dat na een korte bewerking in de ingewanden als guano op eilanden laten vallen en stranden en rotsen bemesten, zo zorgen ’s lands anderhalf miljoen huishonden voor bemesting van bossen en heiden met hun tot drollen omgevormde brokjes die weer gemaakt zijn van met tropisch veevoer vetgemeste landbouwdieren.
Charolaiskoeien proberen de hei open te houden en de enkele eik, berk of den die aan hun geknabbel ontsnapt torent als een grillige gedaante op uit de glooiende vlakte. In zo’n eik zien we een kraai op de uitkijk zitten. Hij zweeft naar een verse bolus om te kijken wat voor halfverteerd lekkers daar nog inzit. Ook eventuele darmparasieten zouden er best ingaan.
We vinden een enorm hol, en volgens een voorlichtingsbord leven hier dassen. Dassen gaan meestal niet goed samen met honden. Ik hoor althans weleens van natuurbeheerders dat jonge dasjes door honden doodgebeten worden. Reeën en konijnen trouwens ook – zulke kleine grazers gaan evenmin goed samen met honden, maar grote grazers kunnen honden iets beter aan. Ze raken soms wel gewond, of in paniek van zo’n wolfachtig roofdier maar charolaiskoeien zijn stoïcijns. Daarbij: één zwaai met hun horens en de hond is doorboord, wat baasjes ertoe aanzet hun lieveling uit de buurt van de koeien te houden. Al zijn er soms avonturiers die interacties met runderen opzoeken.
Maar nu niet. In de middagzon maakt de hei met al z’n wandelaars en honden een vredige indruk.
(Natuurdagboek Trouw dinsdag 13 feb. 2018)