Roffelende spechten
Van de hei bij Hilversum lopen we het bos in. De zon schijnt en de lente kondigt zich zicht- en hoorbaar aan. Koolmezen en pimpelmezen zingen en maken elkaar het hof. Boomklevers schieten door de bomen, ‘ziep ziep ziep’ roepend. En ‘krrrr’, daar roffelt een grote bonte specht. Voor ons klinken die spechtenroffels allemaal even fraai en mysterieus, maar de spechten zelf weten waarschijnlijk precies wie er van hen roffelt. De snelheid en het aantal slagen per roffel is voor elke individuele specht anders, zo bleek vorige week uit een wetenschappelijke publicatie in Plos 1, van Poolse onderzoekers. Boven ons zien we de specht een zonbeschenen, kale tak bewerken. Geen specht roffelt zo snel als de grote bonte.
Spechten rammen naar schatting tien- tot vijftienduizend keer per dag hun snavel tegen een boom. Altijd lees je dat ze daar door hun speciale bouw geen hersenschade aan overhouden, maar dat klopt niet helemaal. Weliswaar is een specht gebouwd op het incasseren van klappen, met een tongbeen dat als een helm over zijn brein gedrapeerd ligt, met een gespierde nek en een dikke huid die splinters weert. Maar gek genoeg is eventuele hersenschade bij spechten nooit onderzocht. Tot voor kort, toen een neurobioloog en een anatoom van de Universiteit van Boston dode spechten opensneden en in hun kopjes opgehoopte eiwitten aantroffen van een type dat bij mensen een teken van hersenbeschadiging is. Als een mens veel klappen op zijn kop krijgt, maakt hij ook zulke eiwitten aan. Andere vogels hadden die eiwitten niet onder hun schedel, alleen spechten. De onderzoekers schreven daar ook al over in Plos 1.
Het zou kunnen dat de eiwitten bij spechten niet op beschadiging van de hersenen wijzen, maar dat ze de hersenen juist beschermen. Dat kan stof opleveren voor weer een nieuwe publicatie in Plos 1.
‘Tjik,’ roept de specht boven ons. In golvende vlucht vertrekt hij uit het zicht, in het bos. Algauw klinkt van ver zijn: ‘krrrr’.
(Natuurdagboek Trouw woensdag 14 feb. 2018)