Hoge buizerds
De lucht boven de Kennemerduinen warmt op en twee buizerds zweven in cirkels steeds hoger. Schroeven, zo heet dat opwaartse gecirkel. De buizerds maken handig gebruik van de stijgende warme lucht. De thermiek voert hen tot grote hoogte.
Beide buizerds lijken om elkaar heen te cirkelen. Zou het een paartje zijn of een ontmoeting tussen twee onbekenden? Wat gaan ze hoog! Met het blote oog worden ze twee speldenprikjes tegen de lucht. Een derde speldenprik blijkt door de verrekijker een passerende zilvermeeuw te zijn. Het ene speldenprikje zet een glijvlucht in. Het kan een buizerd op trek zijn, het kan een plaatselijke broedvogel zijn, maar hij of zij gaat in ieder geval op excursie. De buizerd heeft het slim bekeken: door warme lucht opgetild worden en zich vervolgens laten wegglijden. Zo kost vliegen nauwelijks energie. Door de kijker verdwijnt de glijdende stip in zuidelijke richting. De andere speldenprik cirkelt nog even door. Mochten ze een paartje zijn, dat zijn ze niet onafscheidelijk.
Dan nadert er een vierde speldenprik. Door de verrekijker is een ander silhouet te zien. Robuust maar snel en wendbaar. Havik of sperwer? Het lijkt me een havik en de nieuwkomer stevent recht af op de buizerd. Hij is bijna even groot als die buizerd. De buizerd mijdt een confrontatie en laat zich wegzweven, de eerdere buizerd achterna. Vermoedelijk is de havik een bewoner die een buizerd op doorreis uit zijn luchtruim jaagt.
De vogeltrek komt goed op gang. Waren de noordelijkste waadvogels al een maand onderweg, nu komen zangvogels en roofvogels voorbij. Zangvogels, die niet op thermiek maar op spierkracht vliegen, doen dat vaak ’s nachts. Dan zijn de tikjes van overvliegende lijsters te horen.
(Natuurdagboek Trouw woensdag 30 sept. 2015)