Geheime eetbare paddestoelen
In een klein, maar oud en donker beukenbos staat een dode stronk met prachtige zwammen. De stronk staat naast het wandelpad. De zwammen zijn niet vernield en ook niet geplukt. Terwijl het zeer smaakvolle paddestoelen zijn, waarvoor menigeen bij de kruidenier de portemonnee trekt.
Het zijn oesterzwammen. Ze zien er schitterend uit, bijna lichtgevend in het schemerige woud, en zo onwaarschijnlijk vers en eetbaar, dat ik sterke neiging voel er één mee te nemen. Of twee.
Paddestoelenkenners plukken hun vondsten vaak, om ze beter te kunnen bekijken, besnuffelen, betasten en proeven. Of mee te nemen voor onder de miscroscoop, om aan de sporen te zien welke soort het is. Vooral zeldzaamheden ondergaan dat lot. Dat een zwammenliefhebber zijn vondst laat staan en met een spiegeltje de lamellen bekijkt, wordt zeldzaam. Op websites voor determinatie van paddestoelen staan, nee liggen op de foto´s vaak ontwortelde paddestoelen.
Met dat plukken heb ik moeite. Natuurlijk is een paddestoel maar een vruchtlichaam en zit het eigenlijke organisme in de grond. Daarbij zijn oesterzwammen niet zeldzaam, maar heel vaak kom je ze nou ook weer niet tegen. Andere mensen vinden ze ook vast mooi en nou ja, ik laat planten, dieren en paddestoelen nou eenmaal liever met rust.
De meeste wandelaars doen dat. Mensen zijn bang voor paddestoelen, die kunnen immers giftig zijn? Ze eten oesterzwammen alleen als ze in cellofaan langs de kassa zijn gegaan. Handelaren bedienen die kassa graag, en als in Nederland de groeiplaatsen van eetbare paddestoelen bekend zijn, worden die leeggeplukt. Niet één paddestoel overleeft de gulzigheid van handelaren, ik heb het meermaals gezien. De groeiplaats van deze oesterzwammen houd ik voor de zekerheid dus maar geheim.
(Natuurdagboek Trouw donderdag 13 aug. 2015)