Geamputeerde langpootmug

Als ik ’s morgens beneden kom, zit er op het raam een langpootmug. Een vrouwtje, met een puntig achterwerk. Ze heeft vier poten. Als insect hoort ze er in ongeschonden toestand zes te hebben. Twee poten geamputeerd en nog functioneert ze. Ze strekt twee poten voor zich uit, alsof ze bidt. Dan spreidt ze ze weer.
Of ze werkelijk naar behoren functioneert, is moeilijk te zeggen. Zou ze beseffen dat ze twee poten kwijt is? Beseft ze überhaupt dat ze bestaat? Zou ze wondjes hebben waar de poten zaten? Zouden die pijn doen? Ik denk dat het meevalt – langpootmuggen kunnen poten loslaten bij gevaar, zoals een hagedis zijn staart. De muggenpoten groeien alleen niet weer aan.
Misschien is ze in een huis geweest, waar iemand haar wilde doodslaan, en is ze ontsnapt met achterlating van twee poten. Misschien heb ik haar wel verminkt toen ik grasmaaide. Ik maai vier keer per jaar een deel van het gras, en zal daarbij per ongeluk wel eens iemand aanrijden. Misschien beschouwt deze langpootmug de mens met zijn opgerolde kranten, grasmaaiers en andere ondoorgrondelijke motieven wel als een superwezen. Misschien dankte ze het superwezen voor haar overleving, misschien bidt ze wel om genezing. Bewijs maar eens dat het niet zo is.
Als langpootmuggen in huis belanden, kunnen ze langs de wanden of vensters fladderen, wat een ritselend of rommelend geluid maakt. Hangend aan twee poten doen ze een dutje. Ze prikken niet, ze zuigen niet, ze eten niet; langpootmuggen hebben binnenshuis niets te zoeken. Op het gras moeten ze wezen. Daar zetten ze hun eitjes af. Hun larven leven in de grasmat en eten gras. Die kleine grazers heten emelten.
De langpootmug blijft de hele dag op het raam zitten en ’s avonds zit ze er nog. De volgende morgen is ze verdwenen. Zou ze nog leven? Vast niet. Langpootmuggen leven maar een paar dagen. En met vier poten is dat korte muggenleven vast niet optimaal.
(Natuurdagboek Trouw maandag 4 november ’19)