Fopzwam

Fopzwam

Amethistzwam. Foto Marion van Agen
Amethistzwam. Foto Marion van Agen

Een lezeres stuurde me een foto van een, zo meldde ze, amethistzwam. De naam amethistzwam kwam me bekend voor. Op de foto stond een paarse paddestoel die ik zomaar uitgemaakt zou hebben voor rodekoolzwam. Het was een prachtige foto, met de zwam in laag strijklicht van de zon.

Ik ontdekte dat amethistzwam een synoniem is van rodekoolzwam. Vandaar. Deze zwammen vallen op door hun uitzonderlijke kleur. Zelfs de stelen zijn paars, of toch op z’n minst lila. Ze zijn algemeen, in een beetje beukenbos loop je ze in nazomer en herfst gegarandeerd tegen het lijf. Al kan dat paars haast onzichtbaar worden tussen gevallen beukenbladeren in herfsttinten.

Ik liet me dus bijna beetnemen door deze zwam met de dubbele naam. Rodekoolzwammen zijn dan ook fopzwammen. Fopzwammen heten fopzwammen omdat ze moeilijk te herkennen zijn. Daarvoor moet je de sporen uit de brede, wijd uiteenstaande lamellen kloppen en onder de microscoop bekijken. De rodekoolzwam is juist gemakkelijk te herkennen. Maar hij is familie van de gewone fopzwam, die zich in al zijn gewoonheid niet gemakkelijk laat kennen. Als familielid krijg je dezelfde achternaam. Nog een meevaller dat de rodekoolzwam geen paarse fopzwam heet.

De naamgeving in de paddestoelenwereld is trouwens een anarchistische bende. Paddestoelenkenners kennen die namen vaak niet eens, zij gebruiken alleen de wetenschappelijke (latijnse) namen. Voor de lol verzinnen ze er weleens een Nederlandse naam bij. Zoals de pornozwam die op vochtig papier groeit, dat in de bosjes ligt. Nu zijn dat bundels huis-aan-huis-bladen en folders, ten tijde van de naamgeving waren dat vieze boekjes.

De amethist- of rodekoolzwam is te vinden, zolang de beuken niet kaal zijn en het met de nachtvorst meevalt.

(Natuurdagboek Trouw woensdag 15 okt. 2014)

DELEN
Reacties zijn gesloten.