Hond en kat, hier en nu
Morgenavond is het jaar voorbij en begint er een nieuw. Oudjaar herinnert me net als mijn verjaardag altijd aan mijn tijdelijkheid. De andere 363 dagen leef ik alsof ik het eeuwige leven heb. Nu lijkt het eeuwige leven mij de hel, daar niet van, maar toch kan ik op 31 december melancholische gedachten koesteren. Tot die er rigoureus uitgeknald worden door het verzetje van de medemens: vuurwerk, de hel op aarde.
Hoe zou onze hond die herrie verdragen met haar scherpe oren, haar heldere ogen en haar fijne neus? Ik begrijp niets van de associatie van lawaai met vreugde, en onze hond zal er nog wel minder van begrijpen. Van melancholie heeft zij evenmin last. Denk ik althans, want hoe zou ik zoiets zeker kunnen weten? Ze kijkt soms beteuterd of droevig, maar op melancholie over wat achter haar, of verwachting over wat voor haar ligt, kan ik haar nauwelijks betrappen. Misschien is ze daarom zo geduldig.
Toen we haar als pup kregen, wilde ze spelen met onze kat, een nuffige dame van 19 jaar, die met niemand wil spelen en al helemaal niet met een pup. Dat werden soms woeste confrontaties, met dikke staart en lange nagels, gekwispel en gekef. Vaak ook keken ze elkaar langdurig stil zittend in de ogen. Katten hebben daar een enorm uithoudingsvermogen voor, maar de jonge, zo springerige pup won de stare-down. Als ze op straat een kat tegenkomt, wil ze er best achteraan. Zet die kat een paar stapjes in haar richting, deinst ze terug. Blijft de kat zitten, dan volgt er een staarstrijd die minuten lang aanhoudt, en pas stopt door een verstoring van buiten, of omdat de kat afhaakt. Ik wacht dan af; een oefening in geduld, want ik denk: wat houden ze dit lang vol. Zelf denken ze dat niet, denk ik. Waarschijnlijk heeft kat noch hond (veel) besef van tijd. Ze leven beide in het hier en nu, en passen daarmee moeiteloos het advies toe van moderne, spiritueel angehauchte zielzorgers.
Wat betreft het nieuwe jaar: kat en hond willen niet gelukkig zijn, ze brengen het simpelweg in praktijk. Ik wens u hetzelfde.
(Natuurdagboek Trouw, maandag 30 december ’24 )