Grote lijster zingt als aarzelende merel

Beginnen zanglijsters in februari te zingen, en schrapen merels dan hun keel, hun grote neef doet dan al volop auditie voor de rol als goede echtgenoot en vader. De grote lijster is nummer 6 in mijn lentereeks over vogelzang.
Een grote lijster lijkt qua verschijning op een zanglijster. Een grote lijster is echter groter, staat rechter op, is bleker, heeft rondere vlekken op zijn of haar buik en witte stroken op de staart. Qua vocalises lijkt een grote lijster op een aarzelende merel: zingt een merel soms lang achtereen, een grote lijster begint trillerig, en net als je denkt dat ie op gang komt, stopt ie alweer. Toch is het lied van de grote lijster onder vogelaars en natuurliefhebbers heel geliefd. Misschien juist omdat het wat subtieler is. Is de merel Chopin, dan is de grote lijster Satie.
Daar komt bij dat grote lijsters op lenteachtige dagen in januari al zingen. En hun zeldzaamheid speelt hen in de kaart. Al zijn ze zo schaars geworden dat de meeste lezers van het Natuurdagboek er waarschijnlijk nooit één gehoord, laat staan gezien hebben, wat weer in ’s lijsters nadeel is, want onbekend maakt onbemind. Maar er zijn er toch nog genoeg om er eens een of enkele te kunnen horen. Sovon Vogelonderzoek raamt hun aantal op acht- à tienduizend paar. Van zanglijsters zijn er tien, van merels vijftig keer zoveel.
Bij ons zat vorig jaar een grote lijster in de tuin. Die tuin grenst aan het buitengebied met aardig wat gras en bomen. Die combinatie bevalt een grote lijster wel. Zoals een merel op de betere gazons regenwormen of emelten opsnort, kan ook een grote lijster daar op jacht gaan. Maar ik zou daar niet op rekenen. Grote lijsters houden meer van ouderwetse weilandjes aan de bosrand en zulke weilandjes zijn er bijna niet meer. Heidevelden zijn er nog wel en daar maak je de meeste kans. Vanuit een bosrand klinkt dan dat aarzelende merelgeluid. En met wat geluk zie je hem in een boom zitten of overvliegen. Verrekijker paraat houden. Als ik excursies leid, zie ik vaak mensen die op het moment suprême hun rugzakje af- en opendoen, om naar hun kijker te zoeken, en dan is de lijster al gevlogen.
(Natuurdagboek Trouw, maandag 17 februari ’25)