Sonoor gekoer van de holenduif

Dagelijks hoor ik het sonore één- of tweetonige gekoer van holenduiven, deel 17 uit mijn vogelgeluidenreeks. Het herinnert me aan mijn kindertijd, toen het nog holeduiven waren, zonder tussen-n. Als tiener struinde ik door de bossen, waar ik holenduiven, houtduiven, Turkse tortels en tortelduiven hoorde en zag. Duiven waren het talrijkst bij de bosrand. Er waren meer bosranden dan nu, omdat ze nog niet ruilverkaveld waren. Er lagen akkertjes in het bos, en bosjes in het boerengebied. In die bosjes kwamen geen mensen, behalve de eigenaar en ik, want ik betrad ongebaande paden. Die bosjes waren kraamkamers voor reeën, die doodgeschoten werden.
Alle vier de duivensoorten zijn in de bossen afgenomen of eruit verdwenen. De grillige overgang tussen kleinschalig boerenland en bos is harder geworden. In het bos is minder, en op het boerenland nog minder te vreten. Tortelduiven zijn bijna uitgestorven. Turkse tortels en houtduiven handhaven zich in de bebouwde kom. Holenduiven hebben zich na een door chemisch ontsmet zaaigoed veroorzaakte dip in de jaren zestig redelijk hersteld. Sovon Vogelonderzoek schat hun aantal op rond de zestigduizend paar.
Zoals alle duiven beginnen holenduiven al vroeg in het jaar elkaar het hof te maken. Ik hoor en zie ze aan de randen van oude stukken bos en landgoederen, die grenzen aan ouderwets glooiend, door houtwallen geflankeerd cultuurland. Het is een fraai, schaars geworden landschap. Behalve holenduiven broeden er ook kauwtjes en spreeuwen in de bossen, waar zie je dat nog?
Holenduiven lijken op houtduiven, maar missen de witte halsvlek en veugelstrepen. Ze broeden hier in boomholten. Dat kunnen oude spechtenholen zijn. Maar holenduiven zijn flexibel in hun holkeuze: uilennestkasten zijn zeer geschikt, en op rommelige erven voldoen ook losse dakpannen of stapels puin. Op de Waddeneilanden hebben ze zelfs konijnenholen ontdekt. Ze kunnen een plotselinge voedselbron, zoals een stapel bessen of zaden, al dan niet bestemd voor kippen of paarden, in korte tijd soldaat maken dankzij hun krop. Die kunnen ze vullen zonder meteen te hoeven verteren. Ze pikken razendsnel zaadjes op, om later in een boom te zitten uitbuiken.
(Natuurdagboek Trouw, vrijdag 28 maart ’25)