Egelopvang

De egel is opgestaan uit haar winterse lethargie. Bijna drie maanden logeerde ze onder een kast in mijn werkkamer. Ze zwalkte op oudejaarsmiddag door het grasland van de buren. Haar bescheiden formaat deed vermoeden dat het een vrouwtje betrof. Ze was niet gewond, maar als het vuurwerk haar verstoord had, wilden we haar het diabolische geknal besparen. En zo niet, dan was ze vast door eetlust uit haar winterstek gedreven.
Ze bracht de jaarwisseling door in de onverwarmde kamer. Ze rolde zich op in een verhuisdoos. We zetten er water en kattenbrokjes bij. Op nieuwjaarsdag lag de doos op zijn kant, en had ze een zware stapel boeken van een plank geduwd. Ze zat onder de kast, zo plat mogelijk, in de slechts vijf centimeter hoge ruimte.
Vanwege het hondenweer met nachtvorst mocht ze blijven. Behalve water serveerden we een mix van egelbrokken, hondenbrokken, kattenbrokken en gedroogde maden van zwarte vliegen. Die brokjes hadden we al, de larven kochten we erbij.
Eerst stommelde ze ’s nachts weleens rond. Dan was er geknoeid met water en brokjes en lag er iets omver. Ik schrok daar een keer wakker van, snelde toe en zag haar over de vloer hobbelen. Daarna, wellicht omdat ze genoeg gegeten had, kwam ze niet meer tevoorschijn. Ze poepte niet, ze plaste niet, ze zat daar roerloos; we dachten soms: leeft ze nog wel? Maar op een aanraking reageerde ze met een korte afschudbeweging. Winterslaap.
Toen de lente aanbrak, hebben we haar in de verhuisdoos gezet. Ik sneed een cirkel in de doos waar precies een korte schoorsteenpijp in paste, waardoor ze kon ontsnappen. We plaatsten de doos buiten, met die pijp tegen de ingang van een comfortabel egelhol in de tuin. Zo wilden we voorkomen dat ze de verkeerde kant op stiefelde.
Ze bleef een tijd opgerold liggen, maar was ineens weg en bleek omgedraaid in de pijp te zitten. Ze moet het egelhol bezocht hebben; had ze het afgekeurd? Doos dicht, water en brokjes erbij. De volgende dag was ze weg, ze had de buis weg weten te duwen. Hoewel ze achter in het diepe hol zou kunnen zitten, onbereikbaar voor zaklamp en arm, denk ik dat ze een ander heenkomen heeft gezocht. Onder de vlonder, een houtopslag of een van de takkenbossen.
(Natuurdagboek Trouw, maandag 31 maart ‘25)