Siberische eend op Texel

U heeft vast opgemerkt dat er op Texel een zeldzame vogel is ontdekt. Op Texel zitten vaker zeldzame vogels, maar dit is een superzeldzaamheid waar zoveel vogelaars op afkomen dat de veerboten naar Texel volstromen. Het betreft een eend; een eidereend, om preciezer te zijn. Een brileidereend zelfs. Die is genoemd naar de witte rondjes om de ogen die lijken op een uilenbril.
Veel vogelaars zijn soortenverzamelaars. Dankzij de brileider haalde de eerste vogelaar de magische grens van vijfhonderd soorten in Nederland. Op internet is de rangorde te vinden. Daar staan 529 vogelaars op, grotendeels mannen.
Zodra er een dwaalgast wordt gemeld, laten zij hun bezigheden vallen, om in de auto naar de zeldzaamheid te rijden. Zelf ben ik daar terughoudend in. Ik zie graag een zeldzame vogel, en voor een nieuwe soort ben ik best te porren, zeker als die zich op fietsafstand van mijn huis bevindt. Ook rijd ik graag even om, als ik in de buurt moet zijn. En voor echt spectaculaire soorten plan ik soms een uitstapje. Zo herinner ik me sneeuwuilen op Vlieland, een monniksgier in Noarderleech, de sperweruil in Zwolle.
Een brileider is een spectaculaire bezienswaardigheid. Brileiders zijn in Europa slechts een paar keer in Lapland gezien. Ze broeden op de toendra van Noordoost-Siberië en Alaska. Daar grondelen ze als parkeenden hun kostje bijeen. Pas in de jaren negentig werd ontdekt waar ze ’s winters blijven. Ze verzamelen zich in grote groepen op zee, waar ze als duikeenden leven en zo nodig met hun massale gedobber een groot wak openhouden. Maar deze is de hele noordpool overgevlogen naar Texel.
Het begint te kriebelen. Voor de grap tel ik mijn soortenlijst eens, en als ik de kwartelkoning die ik alleen gehoord, en drie zeevogels die ik slechts dood gevonden heb meetel, kom ik op 299.
Met een vriend tijg ik naar Texel. Lepelaars kijken in Dijkmanshuizen, wandelen langs de Slufter en natuurlijk bij Oosterend de dijk over. En daar krijgen we hem na enig speurwerk in de kijker. Tussen tientallen gewone eiders steekt ie zijn kleurrijke kop steeds even boven de golfjes uit. Wat een apart beest. Het is te ver en te nevelig voor foto’s, maar gelukkig staat René Pop zijn foto af.
(Natuurdagboek Trouw, maandag 27 januari ‘25)