Pijlen te water

Ook waterplanten kunnen herfstkleuren krijgen. Neem nou pijlkruid, dat als ’s winters groenblijvende plant door tuincentra wordt verkocht, maar dat ik in het wild toch echt geel zie worden. De plant staat met z’n pijlvormige bladeren (omgekeerde V’s) in ondiep, stilstaand of traag stromend water. Het is een zeer herkenbare en dus gemakkelijk te determineren soort. Het was een van de eerste waterplanten die ik leerde kennen. En nu worden ze geel en schrompelen ze weg. Verdrogen is het woord niet, zo in het water.
In de zomer hebben ze gebloeid. Er verschenen forse stengels, rechtop in het water, driehoekig in doorsnee, met aan elke zijde een bloem met drie witte bloemblaadjes rond een donkerpaars hart van meeldraden. De mannelijke bloemen althans. Er groeien zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen aan dezelfde stengel. De vrouwtjes zijn wat kleiner en zitten lager aan de steel.
Pijlkruid bloeit in de zomer. Voordat het zo ver is en voordat pijlkruid de pijlvormige bladeren op hun voetstukken zet, vormt de plant drijvende blaadjes die op mini-waterlelies lijken. En nog eerder maakt de plant heel lange en dunne bladeren, die onderwater blijven. Die slierten kunnen in helder, stromend water als een soort vlotgras zichtbaar zijn. In stromend water houdt pijlkruid het daarbij en komen er geen pijlvormige bladeren.
De plant kan na bestuiving drijvende zaden vormen, maar weet zich nog sneller via wortelstokken te verspreiden. De dikke wortels zitten in de modder onder de bodem. De plant hoeft geen superschoon water te hebben, en draagt zelfs bij aan de waterzuivering doordat zijn wortels veel stikstof, fosfaten en andere meststoffen op kunnen nemen.
In de buurt van Groningen zie ik pijlkruid, zoals veel waterplanten, ten onder gaan in een overkill van grote waternavel. Maar in het westen gaan zelfs waternavels eraan door de Amerikaanse rivierkreeften die in de wateren wemelen.
(Natuurdagboek Trouw, maandag 7 oktober ’24)