Opwindende planten met witte kelken

Opwindende planten met witte kelken

Haagwinde met bruin zandoogje + grote kommazweefvlieg. Foto Koos Dijksterhuis
Haagwinde met bruin zandoogje + grote kommazweefvlieg. Foto Koos Dijksterhuis

Tot de grootste insectenbehagers onder de wilde bloemen horen berenklauw, jacobskruiskruid, akkerdistel en haagwinde, de bende van vier. Het zijn impopulaire planten waarbij impopulair een understatement is. Het zijn planten die het altijd en overal heel goed doen. Ze kunnen een boel stikstof verdragen, droogte en nattigheid, menselijk geschoffel en gerommel.

In onze tuin verrees een drie meter hoge reuzenberenklauw met bladeren van een meter en een heleboel bloemschermen. Prachtig. Ik liet hem bloeien maar knipte de bloemen eraf voor ze hun honderden zaden lieten vallen. Ik deed dat midden op de dag in de brandende zon. Ik had tuinhandschoenen aan en vermeed het vocht uit de afgeknipte stelen. Ik kreeg geen enkele blaar. De reuzenberenklauw is trouwens lang niet zo talrijk als andere exotische woekeraars, zoals Japanse duizendknoop en reuzenbalsemien. Momenteel kleuren veel bermen wit van de inheemse gewone berenklauw, die veel kleiner is en nog meer insecten trekt.

In de tuin bloeien tientallen jaobskruiskruiden, die mooi zijn en een gastplant van myriaden aan insecten. De rupsen van de Jacobsvlinder zijn er afhankelijk van, en we zien die zwart-met-rode schoonheden graag in de tuin fladderen. Maar als de planten uitgebloeid zijn, knip ik hun pluizenbollen eraf, opdat ze niet (zoals mensen) heengaan en zich vermenigvuldigen.

Er staan tussen de bloemen een paar akkerdistels, fijn voor hommels en vlinders. De enige van de bende van 4 die ik vervelend vind is haagwinde. Al wind ik me maar beter niet te veel op over die plant, dat is zinloos. Haagwinde lijkt wel een meter per dag te groeien, slingert overal omheen en verstikt boompjes en (andere) bloemen. Voor je het weet heb je niets anders meer. Ik bestrijd hem trouwens niet fanatiek, want als ik er een uitruk, beschadig ik de plant waar ie zich omheen gewonden heeft ook. Lezeres Gerrie Dijxhoorn knipt ze vlak boven de grond af – zo put je ze uit.

Ze bloeien trouwens met prachtige kelken, sneeuwwit, vaak met een hommel erin. Of, zoals op de foto, met een bruin zandoogje en een kommazweefvlieg.

(Natuurdagboek Trouw, woensdag 23 juli ’25)

 

DELEN
Reacties zijn gesloten.