Noeste werker

Onze hond is van een ras dat als energiek bekendstaat. Dat merken we. Voor vier of vijf uur lopen op een dag deinst ze niet terug. Met de fiets mag ook, dan sleurt ze je mee. Weer thuis draagt ze een bal aan: spelen! In dat ras heb je een mooie lijn en een werklijn. Die van ons is een werker.
Toen we haar kregen was ze een beertje. We waren ons huis aan het verbouwen en moesten wekenlang graven. Dat zinde haar wel: ze groef in het wilde weg mee. Dat doet ze nog steeds, zodra ze de kans krijgt. In een seconde zit ze op twintig centimeter diepte. Ze maakt dan een vossensprong, bekend uit natuurfilms waarin een vos op een ondergesneeuwde muis springt. Waar ze neerploft begint ze als een bezetene te graven.
Dat graven doet ze ook in huis, al komt ze daar niet ver. Dat maakt een obsessieve indruk. Er is maar één manier om haar uit de graaf-toestand te halen: rinkelen met een soort castagnetten. Ze vindt dat een vervelend geluid.
Ze ontglipte me een keer en stoof naar een weiland vol schapen. Er volgde consternatie, en ik hield mijn hart vast, maar na nog geen halve minuut had ze alle schapen op een kluit en kwam ze terug. Klus geklaard.
Omdat ze zo’n noeste werker is, leggen we haar soms in de bench, met een laken erover. Ze vraagt daar zelf om. In de mand dut ze ook wel, maar er hoeft maar iets te bewegen of te klinken, of ze spitst haar oren en opent haar ogen. Soms gaat ze vragend bij de deur staan. Doe je die open, dan draaft ze naar haar slaapplek. Daar kan ze uren rusten, maar zodra er aan de horizon een postbode of bezoeker opdoemt hoort en ruikt ze dat veel eerder dan dat wij het horen of zien, en slaat ze aan. Woef woef. Altijd waakzaam.
Toch is ze de zachtaardigheid zelve. Ze houdt van kinderen en van andere honden, al gaat ze reuzen en bullebakken uit de weg. Vriendelijke honden benadert ze voorzichtig, in de hoop op uitzinnig stoeien en spelen. Als ze twee kleine honden ziet bekvechten, gaat ze er weleens dwars tussen staan om de ruziemakers te scheiden.
Slechts in één situatie bijt ze fel van zich af: wanneer een reu haar probeert te dekken.
(Natuurdagboek Trouw, vrijdag 2 mei ’25)