Nieuwe gids met nieuwe vlinders
Het vlinderseizoen loopt weliswaar op zijn eind, maar met De Veldgids Dagvlinders, de nieuwste natuurgids van de KNNV (€39,95), kun je je vast op volgend jaar voorbereiden. Tegenwoordig determineren we vlinders op internet, maar bladeren langs gelijkende soorten is nog altijd stukken prettiger in een papieren boek. Deze vlindergids is een herziening van de gids die ik veel gebruik en die al vijftien jaar oud is. Er staan nu veel meer rupsen in, een hele aanwinst, en in die vijftien jaar is er van alles veranderd.
Sommige zuidelijke soorten rukken op, zoals de koninginnenpage en de keizersmantel – zulks staat vermoedelijk los van hun adellijke namen. De keizersmantel, een forse parelmoervlinder, stond vijftien jaar geleden te boek als bedreigd. Hij was sinds 1981 verdwenen uit Nederland. Hier en daar was de soort nog aanwezig in de Ardennen en Eifel. Sinds 2010 echter is de keizersmantel weer helemaal terug. Vooral in de Achterhoek en de Hollandse duinen zijn ze te vinden – toen ik uit cupidale overwegingen veel in Haarlem was, zag ik ze daar inderdaad regelmatig.
Het behandelde gebied is in het boek gedefinieerd als de Benelux en de strook van twee uur rijden daaromheen. Uit ervaring weet ik dat ik, ook al rijd ik stapvoets, tot in Polen, Midden-Frankrijk en Engeland met die gids terecht kan.
Er zijn soorten bijgekomen en er zijn er verdwenen. Verdwenen is bijvoorbeeld het berggentiaanblauwtje, een zeldzaamheid in Duitse gebergten, maar dat komt doordat die niet langer als aparte (onder)soort wordt beschouwd van het gentiaanblauwtje. Vele voorheen talrijke soorten zijn zeldzamer geworden, zoals geelsprietdikkopje en argusvlinder, maar er zijn ook succesverhalen. Een verrassende nieuwkomer is het scheefbloemwitje. Vanuit het zuidoosten heeft dit witje in 2015 Nederland bereikt, waar hij nu overal voorkomt. Volgende zomer dus goed opletten bij ieder koolwitje.
(Natuurdagboek Trouw, maandag 28 oktober 2024)