Slanke roofvogel met ronde kop
Toen ik als kind de vakanties op Schiermonnikoog doorbracht, waren blauwe kiekendieven daar de algemeenste roofvogels. Buizerds en haviken broedden er nog niet. Grauwe kiekendieven trokken er hun laatste stuip en bruine kiekendieven moesten hun opmars nog beginnen.
Ik struinde door natte duinvalleien en snorde kiekendiefnesten op. Dat was niet in het belang van de kiekendieven, die angstig kekkerend zo laag boven mij cirkelden, dat ik me schuldig voelde en ze voortaan met rust hield.
Of het door het verdwijnen van konijnen vanwege myxomatose en konijnengriep kwam, door vergrassing en verruiging van de duinen vanwege stikstof, waardoor veldmuizen niet meer bereikbaar waren, of door de voortdenderende mechanisering en chemicalisering van de landbouw die de jachtvelden deed slinken? Waarschijnlijk allemaal. De blauwe kiekendief verdween van Schiermonnikoog als broedvogel. En niet alleen van Schier. ’s Lands laatste broedparen zaten dit jaar op Texel (1) en Terschelling (2). Een heel verlies, want ze zijn één van onze slankste en sierlijkste vogels.
In de winter hangen er een paar honderd blauwe kiekendieven rond in Nederland, en tijdens de herfsttrek nog een paar meer. Ze komen uit Schotland (waar ze doodgeschoten worden omdat ze de famous grouse zouden eten), Scandinavië en Rusland (waar bos- en landbouw ze verdrijven).
Op een zonovergoten herfstdag zag ik een leigrijs mannetje over de velden achter ons huis vliegen. Ik zag er even later ook een vrouwtje: bruin met witte stuit. Ze zwierde met de wind in de rug weg, om even later traag schommelend terug te zweven. Ze kreeg een kraai achter zich aan. Die was nog iets groter dan zij – het bleek een raaf te zijn. Twee blauwe kiekendieven en een raaf – dat kon minder!
De ronde kiekendievensnuit was goed te zien. Kiekendieven hebben uitstekende ogen en een bionisch gehoor. Hun ronde kop fungeert daarbij als oorschelp.
(Natuurdagboek Trouw, woensdag 30 oktober 2024)