Mussengekwetter

Mussengekwetter

Huismus. Foto Koos Dijksterhuis
Huismus. Foto Koos Dijksterhuis

Volgende week organiseert Vogelbescherming de jaarlijkse tuinvogeltelling. Dan worden wij geacht een half uur lang alle vogels, die we door het venster zien, te noteren. Wedden dat die putters, die kramsvogel en zelfs die mussen net buiten dat halve uur langskomen?

Huismussen zijn tuinvogels bij uitstek. Ik zie er soms een in onze nieuwe maar reeds behoorlijk natuurrijke tuin. Twintig jaar voor onze komst is het dak vervangen en daar kunnen ze vast niet meer onder. Hopelijk ontdekken ze de mezenkasten. Onder de nieuwe zonnepanelen mogen ze ook nestelen. Nog geen honderd meter verderop in de straat woont een levendige gemeenschap huismussen. Het zijn er zeker meer dan tien. Ze fladderen vaak een brede beukenhaag in, waar ze vervolgens doorheen scharrelen.

Het is er de laatste dagen een gekwetter van wat heb ik jou daar! Alsof ze hebben gewacht tot het lengen der dagen. Een winters zonnetje helpt, zeker bij windstil weer. Dan malen ze niet om lage temperaturen. Dat betekent dat ze genoeg te eten hebben, om zich warm mee te stoken, want kleine dieren koelen relatief snel af, en vogels moeten hun lichaamstemperatuur op 41 graden zien te houden. Misschien maken de mussen daarom zo’n koortsachtige drukte! Nee, ze hebben geen koorts, ze zijn gewoon warmbloedig. Soms zetten ze hun veren op, zodat ze een mollig bolletje worden, met een verenpak dat als een thermosfles isoleert. Roodborstjes zijn de kampioenen in zulk thermo-ondergoed.

Huismussen namen jarenlang af in aantal en alleen dankzij het feit dat ook spreeuwen en merels afnamen, handhaafden ze hun positie in de top-drie van de tuinvogeltoptien.

Huismussen verloren hun broedholten in dode bomen, spouwmuren en vooral oude daken. Ze kregen geen etensrestjes en broodkruimels meer opgediend, terwijl de tuinen versteenden en minder insecten en zaden bevatten. De vroegere bonanza, als de zomergranen gezaaid of geoogst werden, is verdrongen door Schraalhans van de wintergranen die op de verkeerde tijd gezaaid en geoogst worden, met machines die geen korrel knoeien. En iedereen heeft tegenwoordig katten rondlopen.

Maar het lijkt erop dat huismussen de bodem van hun afname hebben bereikt en stabiel blijven in aantal. Laten we het hopen. Ik mis dat gezellige gekwetter bij huis. Benieuwd of er een mus langs komst tijdens de tuinvogeltelling.

(Natuurdagboek Trouw, maandag 20 januari ’25)

 

DELEN

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *