Koekoek!

Op tweede paasdag werd ik vroeg wakker. Het regende pijpenstelen, maar de hond popelde om op stap te gaan. Geen weertype lijkt haar te deren. Ik trok een regenjas aan en we stapten naar buiten. Op dat moment stokte de regen tot spetters. Weldra droogden ook die op. Vanwege het tijdstip en de regen was er geen mens op de been en geen hond te zien.
Uit de singels en bosjes rond de nevelige velden zwol een meerstemmig gezang aan van zo’n vijftien zangvogelsoorten. In de sloten en plassen deden rietvogels mee en dit alles werd vanuit de hoogte begeleid door veldleeuweriken.
We zagen geen reeën, terwijl we die bijna altijd tegenkomen, maar we zagen wel een haas, terwijl we die meestal niet zien. Hazen lijken konijnen te imiteren met hun grote verdwijntruc. Maar geen gesomber nu: die ene haas hupte lichtvoetig door het veld. Hij of zijn hapte eens hier, knabbelde eens daar, en maakte een ontspannen indruk. Van gesleep met eieren was geen sprake, die had ie natuurlijk eerste paasdag al verstopt.
Ze konden elk moment arriveren, ik houd er dagelijks rekening mee, maar toch liet ik me verrassen door het plotselinge en onmiskenbare: ‘koekoek!’ En een eind verderop antwoordde een ander. Mijn eerste koekoek(en) van het jaar en meteen twee!
Net als hazen en konijnen zitten koekoeken in de min, al tientallen jaren zelfs. Aan het aantal eieren dat een vrouwtje legt, ligt het niet: dat kan oplopen tot wel 25. Ze hoeft ze immers niet uit te broeden en al helemaal niet te voeren. Ze dumpt de eieren in zangvogelnesten. Naar schatting zijn er zes- à zevenduizend vrouwtjes.
Het zijn alleen de mannetjes die ‘koekoek!’ roepen. Ze doen dat, zolang er vrouwtjes te versieren zijn. Maar als die door hun eieren heen zijn, trekken de koekoeken weer richting Afrika. In juli gaan ze alweer vort. Alle koekoeken? Nee, de jongen moeten nog door hun gastouders gevoerd worden tot ze op eigen vleugels rupsen kunnen vinden, en sterk genoeg zijn voor de vijfduizend kilometer lange reis. In september vertrekken de laatste. En pas halverwege april volgend jaar komen de eerste weer in Nederland.
(Natuurdagboek Trouw, maandag 28 april ‘25)
Eén gedachte over “ Koekoek!”
U schrijft altijd leerzame en heel interessante columns over vogels.
Ik stuur de columns altijd door naar een collega van mijn broer die vogelaar is en hij is er heel dankbaar voor.