De nachtegaal: beroemde bard

De nachtegaal: beroemde bard

Nachtegaal Foto Koos Dansen
Nachtegaal. Foto Koos Dansen

De nachtegaal; bijna iedereen kent hem bij naam, veel minder mensen herkennen zijn geluid, en bijna niemand heeft er ooit een gezien. Andere uitbundige zangers worden soms voor een nachtegaal aangehoord: zanglijsters bijvoorbeeld, of merels. Merels worden wel de nachtegalen van de gewone mens genoemd. Nu beschaafde lieden gedemoniseerd worden als politiek correcte deugmensen, mag de nachtegaal wel oppassen met z’n elitaire status!

Merels zijn veel algemener dan nachtegalen en ze zitten van februari tot augustus voor iedereen hoor- en zichtbaar op daken, lantarenpalen en boomtoppen te zingen. Vaak zingen ze het opvallendst als de zon al onder is en de meeste zangvogels zwijgen. Op de zanglijster en de nachtegaal na dan. Een merel zingt veel melodieuzer dan een nachtegaal en kan prachtig weemoedig klinken, terwijl nachtegalen opgewekt hun kakofonie laten horen, dag en vooral nacht.

Maar ze laten zich daarbij ook overdag niet zomaar zien. Nachtegalen zingen van april tot juni, het liefst vanuit dicht struikgewas van bijvoorbeeld wilgen, meidoorns of bramen. Als je dan vlakbij bent en behoedzaam richting geluidsbron schuifelt, hipt de nachtegaal naar de andere kant van de struik. Je ziet hooguit kort een bruin vlekje zich verplaatsen. Dat behoedzaam schuifelen valt niet mee, want behalve voor dichte struiken hebben ze een voorkeur voor vochtige grond en een ondergroei van brandnetels.

En als je er dan eens een treft, die in een roekeloze stemming verkeert en pal in het zicht gaat zitten, dan blijkt de beroemde bard maar een onopvallend vogeltje te zijn: bruin en klein, met als enige versiering een ietwat rossige staart. Misschien compenseert ie zij bescheiden uiterlijk met feestelijk gezang. Of andersom.

Wie nachtegalen wil horen, kan het best tegen zonsondergang de duinen ingaan. Behalve in de duinen zijn ze in moerasbossen in natte natuurgebieden te vinden en in de ruige bossen op de klei van Flevoland. Vanuit de struiken tetteren daar de nachtegalen hun veelzijdige repertoire, met trillers, uithalen, smakkende klanken en veel luid ge-‘tjuptjuptjup’. Dit was deel 25 van mijn vogelzangreeks.

(Natuurdagboek Trouw, donderdag 24 april ’25)

 

DELEN

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *