Heggenmus heggenmuis

Pas eind januari hoorde ik het vertrouwde en mij geliefde riedeltje van een heggenmus. Het is een hoog en snel liedje. Ik moet erbij denken aan de Engelse term quicksilver, maar dat betekent ‘kwik’ wat niet voldoet. Ik zou dan eerder voor ’snelzilver’ pleiten, maar dat begrip bestaat niet. Daarom noem ik het heggenmusriedeltje een liedje van zilverpapier.
De heggenmus is nummer 3 in mijn chronologische reeks vogelgeluiden. Het liedje hoorde ik dus pas eind januari en dat was voor het eerst in mijn leven. Anders was het altijd eind december al raak. Heggenmussen zijn stilletjes aan het verdwijnen uit de bossen, parken en tuinen.
Sovon Vogelonderzoek houdt de stand bij onder de vlag van het Meetpunt Urbane Soorten, met een verrassend toepasselijke afkorting. Niet dat een heggenmus een mus is, hij heet alleen zo. Echte mussen zijn huismus en ringmus. Dat zijn zaadeters met brede snavels. Heggenmussen zijn insecteneters met een smal, spits snaveltje. Ze lijken met hun vlekkerig bruine kleed op een mus, maar hebben een grijze borst. Ze zijn bovendien kleiner en slanker, kwetteren niet en leven niet in groepen. Voedsel zoeken ze onder en in de struiken, ze eten op en van de grond. Ze lijken soms als muizen rond te scharrelen. Heggenmuis zou een mooie naam zijn geweest.
Sovon noemt als mogelijke reden voor hun afname het rooien van heggen en bosjes in tuinen en parken. Ook zouden langdurige zomerdroogten de beestjes parten kunnen spelen. Uitgedroogde grond wordt even hard als bevroren grond – lastig voor in de grond pikkende vogels.
Heggenmussen communiceren behalve met hun zang ook met schelle roepjes en met seks. De mannetjes houden hun vrouwtjes voortdurend in de gaten, want dat zijn nimfomanen die het aanleggen met buurmannen. De (buur)mannetjes staan zelf ook altijd klaar voor een avontuurtje. Verliest een mannetje zijn partner een tijdje uit het oog, dan pikt hij na hereniging heur achterwerk leeg, waarna het paar de hereniging op intieme wijze viert. Heggenmussen zijn de bonobo’s onder de vogels.
Zo verborgen als de heggenmuis leeft, zo uitbundig en zichtbaar wordt er gezongen: boven in de top van een conifeer. Ieder jaar minder.
(Natuurdagboek Trouw, woensdag 5 februari ’25)