Grote witte reigers

Grote witte reigers

Grote zilverreiger. Foto Koos Dijksterhuis
Grote zilverreiger. Foto Koos Dijksterhuis

De witte reigers die zich in de winter laten zien op weilanden, akkers, heiden, in moerassen, bij plassen en rivieren, langs de spoor- en autowegen en in buitenwijken, zijn meestal grote zilverreigers. In het Deltagebied zijn kleine zilverreigers in de meerderheid, vooral ’s zomers. Kleine zilverreigers neigen naar zuidelijker winterverblijven, terwijl grote zich dan juist over het land verspreiden. Bovendien komen er duizenden grote zilverreigers uit Zuidoost-Europa bij. Ze zien er tropisch wit uit, maar vatten niet snel een koudje. Alleen als het land verstopt zit onder een korst van ijs, zullen ze zuidwaarts vluchten. Grote zilverreigers zijn ongeveer even groot als blauwe reigers, maar wat slanker. En helemaal wit, op hun zwarte poten en gele snavel na.

Grote zilverreigers broeden in Nederland in de Oostvaardersplassen, de Wieden en nog een paar moerassen. Sovon Vogelonderzoek schat het aantal broedparen tussen vijf- en zeshonderd. Dat zijn duizend tot twaalfhonderd vogels. In de winter zijn er tien, vijftien keer zoveel.

Grote zilverreigers worden in de vogelboeken zwijgzaam genoemd. Alleen in de broedtijd zouden ze van zich laten horen. Dat klopt niet, weet ik uit ervaring. Ik wandel veel en kom altijd wel enkele grote zilverreigers tegen. Soms kom ik te dichtbij naar hun zin, en vliegen ze weg. En altijd hoor ik ze tijdens de start, als ze hun hals nog niet hebben ingevouwen, zacht krassen: ‘krrr, krrr’.

Ik zie ze vaak langs een sloot staan, op enige afstand van andere grote zilverreigers of blauwe reigers. In de winter zijn deze soorten reigers allebei gesteld op privacy. In de broedtijd echter groepen ze meestal samen met soortgenoten in kolonies. Grote zilverreigers nestelen in oude rietvelden en moerasbosjes. Blauwe reigers broeden bij voorkeur hoog in de kruinen van oude bomen, tot in stadsplantsoenen aan toe.

Eind jaren ’70 fietste ik uit Amersfoort naar de Knardijk om een grote zilverreiger te zien. Dat was een bijzonderheid van wat had ik jou daar. Nu zijn ze zo algemeen dat geen vogelaar nog van ze opkijkt. Maar hun als een bruidsjurk zo witte verenkleed blijft onwaarschijnlijk mooi.

(Natuurdagboek Trouw, donderdag 30 januari 2025)

 

DELEN

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *