De geelgors en de mythe van de vijfde

De geelgors en de mythe van de vijfde

Geelgors. Foto Koos Dijksterhuis
Geelgors. Foto Koos Dijksterhuis

De achttiende vogel die in deze reeks van zich laat horen is de geelgors. Op zonnige dagen zingen geelgorzen vanuit bosranden. Ze werden jarenlang zeldzamer, tot vogelvriendelijke boeren een jaar of vijftien geleden begonnen met winterveldjes. Daar lieten ze het graan staan voor de winter. Dat begon in Groningen, en prompt breidden geelgorzen hun leefgebied uit van de Drentse zandgronden naar de Grunneger klei.

Ook het niet rooien van bosjes pakte gunstig uit voor de geelgors. Maar waar komen die nieuwelingen op de klei vandaan? Zijn er overschotten van die soort in Duitsland of Drenthe, die nieuw terrein zoeken? Of is Schraalhans daar juist keukenmeester en vluchten ze er weg? Om dat te achterhalen zou een ringprogramma nodig zijn.

Twee jaar geleden zag ik een geelgors die uit een aardappelveld opdook. Ik gluurde onder het aardappelloof. Het was er donker, maar de jonge gorsjes sperden hun snavels open naar de bezoeker, waarbij hun dikke gele snavelranden oplichtten. Botoxlippen. Ik liet ze met rust.

Dit jaar heb ik nog geen geelgors gehoord. Ik had ze wel verwacht langs de bosranden in de buurt van ons dorp. De zang van een geelgors is heel herkenbaar. Jonge vogelaars krijgen steevast het ezelsbruggetje opgedist over Beethovens vijfde symfonie. Het is de vraag of jonge vogelaars Beethoven kennen, maar het is nog meer de vraag of Beethoven de geelgors kende.

Als je op internet zoekt, blijkt de anekdote overal te worden (na)verteld. Beethoven zou geelgorzen in Wenen hebben horen zingen. Daarvan bestaat nochtans geen bewijs. Beethoven componeerde: ‘tè tè tè tèèèèèèèèè’. Drie korte klanken en een lange die lager is. Een geelgors zingt ook zoiets, maar dan met zes korte in plaats van drie, en een lange die nauwelijks lager en meestal zelfs hoger klinkt. Bovendien besluit de geelgors zijn korte liedje vaak met een nog hoger, bijna snerpend piepje, terwijl Beethoven dan juist op gang komt.

De link van Beethoven en de geelgors is dus waarschijnlijk een verzinsel, maar wel een mooi verhaal. En het is een handig ezelsbruggetje ter herkenning van de vogel. Althans, voor wie de Vijfde kent.

(Natuurdagboek Trouw, woensdag 2 april ’25)

 

DELEN

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *