Een troostrijk witje

Maart is de maand van de gele bloemen: speenkruid, klein hoefblad, paardenbloem en andere. Maart is de maand van de eerste warme dagen, als aardhommels en tuinhommels, honingbijen en zweefvliegen, citroenvlinders en dagpauwogen hun vleugels strekken. Maart is uilentijd, spechtentijd, kwikstaarttijd, gruttotijd, kortom: lente!
Het nieuwe broed- en bloeiseizoen barst los. Misschien is dat de essentie van wat natuur zo mooi maakt: dat hoezeer we de aarde ook vernielen, betegelen en vergiftigen, het groen toch onstuitbaar tussen de kieren opkomt, mossen zich aan verharding vastklampen en vogels opgewekt blijven zingen.
Ik word er soms verdrietig van dat we als mensen onze gang gaan ten koste van de natuur en van bijna alle andere levensvormen. Terwijl we niet zonder natuur kunnen leven. We doen dat vaak ‘tot onze spijt na nauwkeurige afweging van verschillende belangen’, waarna de keuze vrijwel altijd ten nadele van de natuur uitpakt. De lijst rampen en bedreigingen die we op de natuur afsturen is lang. Maar de natuur tobt daar niet over; die groeit, bloeit en flierefluit onbekommerd door. Lente.
Neem nou het scheefbloemwitje, een vlinder. Het is een soort koolwitje dat tot voor kort alleen op rotswanden in de bergen voorkwam. De Alpen waren de dichtstbijzijnde groeiplaats. Daar waren scheefbloemen de belangrijkste waardplant. Ik denk ook dat Alpenscheefkelk gewaardeerd werd, en enkele andere kruisbloemen. In 2008 werd de vlinder in een rotstuintje in Zürich betrapt, en toen ging het snel. Het nieuws dat in rotstuintjes vaak scheefbloemen en scheefkelken stonden, verspreidde zich onder de vlinders, die zich vervolgens over Noordwest-Europa verspreidden. Tien jaar later geleden werd Nederland bereikt en nu breidt de soort zich uit over Noord-Nederland.
Wij wonen nog maar kort in Paterswolde, waar in de tuin een stapel zwerfstenen ligt. En wat bloeit daar? Alpenscheefkelk. Dat is overigens een wit bloempje. Hopelijk zetten de scheefbloemwitjes er hun eitjes af. Ook hebben we zandkool en look-zonder-look voor ze in de aanbieding. En al komt er geen scheefbloemwitje, het zou wel kunnen. En dat vind ik dan weer een troostrijke lentegedachte.
(Natuurdagboek Trouw, vrijdag 21 maart ’25)