De egel in de doos waar ze uitklom

Op oudejaarsochtend liet geliefde de hond uit, terwijl ik kat en kippen voerde, koffie zette en ontbijt maakte. Na tien minuten waren ze er alweer, met een egel in de hand.
Vlak voor Kerst had ik een egel zien zwalken over straat. Het was een grote egel, een mannetje. Hij had twee bloederige plekken aan zijn snuit – misschien een beet van een hond. Onze hond vond het fascinerend, maar blafte niet. Ik nam de gewonde egel mee naar huis, hij was warm en zo weldoorvoed dat ie het misschien zou kunnen overleven.
We zetten hem in een doos in de onverwarmde maar windstille en droge gang, met egelbrokjes, meelwormen en water. Maar hij ging en bleef er mistroostig bij liggen. We belden de dierenambulance die hem naar de dierenopvang Fûgelhelling in Ureterp bracht. Toen we later belden, bleek hij het niet gered te hebben.
De nieuwe egel is een vrouwtje: kleiner, maar ongedeerd. Misschien was ze opgejaagd door rotjes, of ontwaakt vanwege de winterwarmte. Waarschijnlijk zocht ze eten. Geliefde vertrok andermaal met de hond. Ik zette de egel in de doos in de gang. Daar wist ze uit te klimmen. Ze sjouwde door de gang. Ik zette haar in mijn werkkamer. Afgelopen zomer heb ik een hol gemaakt waarin een egel ruimschoots past. Ook onder de houtopslag liggen mogelijkheden voor winterslaperige egels. Maar op oudejaarsdag zet ik geen dier buiten – de egel zou een hartstilstand krijgen van schrik over de plotseling losgebarsten oorlog. Ze vuurden hier in het dorp automatische carbidbommenregens af. Zoveel mogelijk lawaai is het doel. En dan die lichtflitsen en kruitdampen nog. Nee, blijf maar een nachtje.
Nieuwjaarsdag was regenachtig. Daarna kwam er nachtvorst. De egel logeert nog steeds in de werkkamer. Overdag slaapt ze onder een kast, waar hooguit zeven centimeter ruimte is. Ze maakt zich plat en dijt wat uit; dan past het. ’s Morgens zijn de voer- en waterbak verschoven en is de inhoud deels verorberd. Ook is er een voorwerp uit de kast getrokken: een boek, een kaarsenstandaard, een foto… het is elke morgen weer een verrassing wat ze ditmaal onderzocht heeft.
(Natuurdagboek Trouw, maandag 6 januari ’25)