Darwin op Vuurland
Charles Darwin voer van 1831 tot 1836 mee op zeilschip HMS Beagle rond Zuid-Amerika. Zijn reisverslag is heerlijk leesvoer. Ook in zijn standaardwerk Over de Oorsprong van Soorten en in zijn dagboek betoonde de maestro zich een goede verteller met een soepele (ganzen)pen. Zijn geschriften maken een veel modernere indruk dan je van de negentiende eeuw zou verwachten. Hoewel; ik houd wel van negentiende-eeuwse kost.
In navolging van de VPRO, vijftien jaar geleden, wordt de zeereis van de Beagle momenteel weer overgedaan en één van de deelnemers is mijn vroegere biologie-jaargenoot Gert van Maanen, tevens hoofdredacteur van vakblad Bionieuws.
Maandagavond vertelt Gert over Darwin en diens reis tijdens het Darwin Café in het Rad van Wageningen, ook online te volgen. Zelf vaart Gert mee van Galapagos naar Paaseiland, de bofkont. Wel mist hij de landing op Vuurland.
Darwin schrijft over de Yahgan, de Vuurlanders die elkaar met schel gefluit optrommelden om die rare jongens met hun zeilschip te bekijken. Op Vuurland kan het koud zijn, maar de Yahgan droegen nauwelijks kleren, omdat ze hun tijd grotendeels besteedden aan het opduiken van schelpdieren. Om niet onderkoeld te raken, hielden ze vuren brandend. Soms namen ze zelfs vuur mee in een kano.
Witte kolonisten vonden goud in Vuurland en lieten schapen grazen op de pampa’s. Die veehouders roeiden de vier inheemse soorten lama’s en alpaca’s uit en brachten ziekten en het christelijke geloof mee. Zij loofden een beloning uit voor elke dode Indiaan, waarna de Yahgan en nog twee volken binnen de kortste keren uitgeroeid werden. Ik las in een boek van milieuwetenschapper Paul Behrens dat de uit naam van Christus gepleegde moord op de inheemse volken van de Amerika’s zo massaal was, dat er sporen van in de atmosfeer te vinden zijn, in de vorm van isotopen.
Of Gert maandag over Vuurland gaat vertellen, is nog een verrassing.
(Natuurdagboek Trouw, vrijdag 9 februari ’24)