Wespen in en tegen de lamp gelopen
De eerste dode wespen zijn gevonden. Iedere winter is het raak in mijn huis. Soms leven ze nog en zet ik ze buiten, waar ze een ander winterverblijf moeten zoeken. In huis gaan ze dood – het zal er wel te warm en droog zijn. De binnen gedrongen wespen zijn bevruchte vrouwtjes die een overwinteringsplek zoeken. Na de winter zouden ze koningin kunnen worden van een nieuw nest.
Kennelijk vinden wespen een manier om binnen te komen. Zoals ook slakken en muizen op wonderbaarlijke wijze bijna iedere woning weten binnen te dringen. Ze kunnen zich zo onwaarschijnlijk plat en dun maken, dat we het ons niet kunnen voorstellen. Ik zag eens een forse naaktslak die zich als een barbapapa met een verschuivende wespentaille door een gaatje wurmde, waar hooguit een luciferhoutje in paste. Het werkwoord wurmen is wellicht gebaseerd op die lenigheid van een slak, al is een slak beslist geen worm.
Wespen, gezegend met een permanente wespentaille, heb ik zich nooit door zo’n klein gaatje zien wurmen. Toch komen ze binnen. Vorige winter zelfs veel. Als ze nog leefden, kon ik ze alleen buiten krijgen door gesloten ramen en perfect passende horren te openen. Hoe vonden ze toch een ingang?
Mijn geliefde merkte op dat er op zolder vlekken door een plafondlamp schemerden. Nieuwsgierig draaide zij de lamp los en ontdekte een massagraf van wespen. Die moeten door de opening in het plafond zijn gekomen. Waarschijnlijk vonden ze een route onder de dakpannen, door een kier tussen de planken, en langs de elektriciteitsleiding naar de lamp. Een enkeling wist daaruit over de rand te kruipen, de meeste kwamen niet op dat idee en stierven in de lamp.
Er zit wel eens een wespennest in de dakgoot, onder de pannen of panelen of in een spouw. Ik heb nooit de geringste last van die beesten. Kennelijk zat er vorig jaar een nest onder de dakpannen, waarvandaan een deel van het wespenvolk tegen de lamp liep.
(Natuurdagboek Trouw, donderdag 14 december ’23)