De (on)beschermde beuk
Bij ons toekomstige huis staat een enorme beuk. Oude vrienden zowel als nieuwe buren vinden het een mooie boom, maar vragen ons of steevast of we hem laten staan. Hij heeft namelijk geen beschermde status, hangt met zijn reusachtige takken over het dak en zou met zijn wortels het huis kunnen optillen. Hij zou het huis kunnen vermorzelen, van boven en beneden.
Wij dachten niet aan zulke rampspoed. Wij dachten: wat een prachtige boom! Het is een rode beuk en de beukennootjes zijn in trek bij dieren. We zagen een boomklever en een eekhoorn beukennootjes slachten. Op zolder troffen we muizennestjes aan, omringd door lege beukennootjes.
We vinden het verbazingwekkend dat die reuzenbeuk niet beschermd is. Daar moesten we misschien eens werk van maken, al heeft ie van ons weinig te vrezen. Het enige wat we van plan zijn is een ietsepietsie snoeien. En blad harken. Jarenlang dwarrelde dat blad in november neer en aan één kant hoopte het zich op, zodat de grond daar nu een meter hoger is.
De beuk heeft alle herfstwinden doorstaan, al is er een dode tak neergestort. De boom heeft zelfs de zomerstorm in juli doorstaan, terwijl de kruin toen vol in het blad zat, en de wind er pal opstond. Ongeveer een eeuw geleden werd zo’n boom juist om veiligheidsredenen naast het huis geplant. De boom moest dan werken als bliksemafleider. Het lijkt me nochtans niet per se de redding van het huis als de bliksem door de beuk wordt afgeleid…
Een oude vriend van me – ieder jaar wordt hij iets ouder – heeft verstand van oude gebruiken en meent dat de beuk een twaalfapostelenboom is. Jonge beuken van dezelfde moederboom kunnen vergroeien tot één reuzenstam, en dat lijkt hier inderdaad gebeurd te zijn. In de tweede helft van de negentiende eeuw was het in de mode om twaalf beukennootjes in een kringetje te laten ontkiemen en zo een twaalfapostelenboom te kweken. Ze zijn alle twaalf welkom.
(Natuurdagboek Trouw, maandag 4 december ’23)