Zeehond gromt in het landhuis
We logeren in hotel Ehzerwold, in het gelijknamige landgoed bij Lochem. Vinken en boomklevers ravotten in de majestueuze beuken voor het landhuis. Op de placemat staat de geschiedenis van het landhuis beschreven. Op een foto staat een rij bedden op het bordes, met lachende patiënten.
Het statige gebouw was van 1911 tot 1920 ziekenhuis, waarna het tot 1993 sanatorium was. De patiënten moesten rondjes door de tuin lopen. Sinds 1998 is het een hotel. Tussen 1993 en ’98 is er een hiaat. Stond het gebouw leeg of gebeurden er dingen die ontbijtende hotelgasten liever niet weten? Een gesloten inrichting wellicht? Zou dat gasten weerhouden? Van iemand die destijds in de vluchtelingenopvang werkte horen we dat het een asielzoekerscentrum was. Daar willen hotelgasten blijkbaar niet aan herinnerd worden! Voor de zekerheid zal ik de naam van onze bron maar niet verklappen. Je weet maar nooit, met al die gistende onderbuiken.
Ik droom dat ik vogels zie op het strand. Andere mannen dromen vast spannender, maar ik droom vaak over vogels. Eén van de vogels is een drieteenstrandloper. Hij dribbelt mee met de golfjes. Verderop ligt een grote, grijze zeehond aan de waterlijn. Hij gromt gelijkmatig. Hij gromt steeds luider en ik word langzaam wakker. Het is drie uur. Het grommen gaat door, het is een snurkende hotelgast in een andere kamer. Hij of zij lijkt niet van zins weldra te zwijgen. Ik probeer me erbij neer te leggen, doe een meditatieoefening en luister of ik een bosuil hoor. Ineens begint een houtduif luid te koeren. Na een half uur houdt hij op. De snurker niet.
Ik kneed oordoppen van wc-papier en dommel in. Ik ben weer op het strand. De zeehond gromt niet meer. De drieteenstrandloper dribbelt argeloos voor hem langs. “Hap!” Er steken twee vleugelpunten en twee pootjes met elk drie tenen uit de kauwende snorrebek.
(Natuurdagboek Trouw donderdag 22 dec. 2016)