Zebrarupsen met tijgerprint
Tientallen soorten vlinders, bijen, hommels en zweefvliegen zijn blij met de gele bloemen van jakobskruiskruid. Jakobsvlinders zijn zelfs volledig afhankelijk van deze plant.
Jakobsvlinders zijn zwart-met-rode nachtvlinders die ook overdag vaak actief zijn. De vrouwtjes zetten hun eitjes af op jakobskruiskruid. Die plant mag dan geliefd zijn bij vele nectar- en stuifmeeletende insecten, zijn bladeren en stengels zijn voor de meeste insecten giftig. Behalve voor de rupsen van de jakobsvlinder. Die slaan het gif op en worden er zelf giftig van, zodat merels, spreeuwen, mezen en spitsmuizen ze niet opeten. Ze zijn voor deze en andere rupsenliefhebbers gemakkelijk te herkennen aan hun zwart-geel gestreepte tijgerprint.
Zebrarupsen worden ze genoemd. Raar, want zebrastrepen zijn zwart-wit. Tijgerrupsen was een betere naam geweest. Als je ze tussen duim en wijsvinger van een plant plukt, rollen de rupsen zich op. Ze voelen zacht aan. Soms zie je een zebrarups voortvarend over de grond kruipen, maar meestal zit of kruipt zo’n rups op zijn waardplant. Jakobskruiskruid zit er vaak vol mee en de zebrarupsen weten hun voedselbron tot de grond toe af te knagen, alvorens ze zich verpoppen.
Sommige paardenhouders voeren een hetze tegen jakobskruiskruid. Paarden vinden die planten vies en laten ze staan. Slim, want ze kunnen er maagbloedingen van krijgen. Het enige jakobskruiskruid dat paarden eten, krijgen ze van hun baasjes. Niet slim. Die baasjes herkennen de planten niet als ze gedroogd in hooi zitten. Daarom vinden ze dat de onder insecten geliefde planten uitgeroeid moeten worden. Voor de zekerheid maken ze andere soorten kruiskruid ook dood. De domheid regeert.
En dus wordt jakobskruiskruid vaak met zebrarupsen en al vernietigd, terwijl die rupsen dat op eigen kracht al zo efficiënt doen.
(Natuurdagboek Trouw maandag 31 aug. 2015)